De tweede woensdag van maart is weer de Biddag binnen onze kerken. Twee keer per jaar een dag, waarbij we midden in de week naar de kerk gaan. In het voorjaar om te bidden voor ‘gewas en arbeid’, in het najaar om te danken voor de opbrengst. De voormalige scriba van de PKN, Arjan Plaisier, noemde zo’n bidstond “je verzetten. Bidden midden in de week. Provocerender kan niet.”
Die provocatie zit ‘m vooral richting de wereld. Wij nemen de tijd om ook midden in de week naar de kerk te gaan. Wij verzetten ons tegen het idee dat we het zelf kunnen maken. Dat kunnen we niet, sterker nog: de kerk is de enige plek waar we mogen erkennen dat we falen, dat we het niet zelf redden.
Biddag voor gewas en arbeid. Tegenwoordig is ons leven een stuk minder afhankelijk van de seizoenen dan een aantal decennia geleden. Dat heeft tot gevolg dat de biddag breder wordt getrokken dan enkel eten, drinken en werken. Er is natuurlijk veel om voor te bidden. Niet alleen het ‘urbi et orbi’, het pauselijke gebed voor de stad en de wereld.
Bidden is ook noodzakelijk voor onszelf, als lokale gemeente en als landelijk kerkverband. De tijd dat in de GKv van Roodeschool identieke diensten met liturgie en inhoud werden gehouden als met de GKv van Axel, liggen achter ons. En wie een vrijgemaakte dienst bezoekt op de Veluwe, zal een andere sfeer proeven dan een dienst in vrijgemaakt Amsterdam.
Toen afgelopen zomer de generale synode een beslissing nam over de positie van mannen en vrouwen in de kerk, kwam ook de verschillen aan bod. Ook in de plaatselijke kerken. In Leeuwarden, waar ik woon, merk je hoe verschillend over zo’n thema gedacht wordt. Zoveel mensen, zoveel ideeën. We denken er verschillend over, omdat er zoveel opties zijn. Maar ook omdat we überhaupt nadenken over thema’s en niet meer de (religieuze) leiders volgen.
De verscheidenheid is zó zichtbaar dat we er niet om heen kunnen. Ook niet in een homogeen kerkgenootschap als de gereformeerde kerken vrijgemaakt. We moeten serieus omgaan met verscheidenheid. Het lijkt er op dat we als kerk op zoek moeten gaan naar een katholiek kerkmodel. Of, wat dichter bij huis, een verband zoals dat van onze broeders en zusters in de Protestantse Kerk in Nederland.
Een verband van verschillende stromingen, die zich verenigen in het geloof dat Jezus de Redder is. Het onwankelbare vertrouwen dat je in de kerk gered wordt van je falen. Dat je daarvoor midden in de week naar de kerk gaat, dat is provocerend voor wie het zelf wel wil doen.
Maar het is bevrijdend voor wie gelooft in die uitgestoken hand van God.
Laten we daar om blijven bidden.