Recensie (WegWijs juli / augustus 2015, jaargang 69, nr. 4)
In het boek Cruciaal vinden we zes bijdragen van zes schrijvers over de betekenis van Jezus’ kruisiging: overwinning, bevrijding, offer, verzoening, redding, recht. Zo wordt duidelijk gemaakt dat die betekenis meer is dan ‘verzoening door voldoening’ (Jezus’ plaatsvervangend lijden als betaling voor onze schuld).
Wat is de betekenis van Jezus’ lijden aan het kruis? Verschillende bijdragen, waarin ook meer dan eens afstand genomen wordt van ‘verzoening door voldoening’.
Offer
Gezien het thema van deze WegWijs (offeren) wil ik wat aandacht geven aan het artikel van Hans Burger (docent aan de TU Kampen) “Voorbij de offerkritiek”. Hij neemt zijn uitgangspunt in het feit dat spreken over een offer hedendaagse mensen niet aanspreekt. Maar, zegt hij, ook in de bijbel vind je al offerkritiek: God zegt: ik wil gehoorzaamheid, geen offers (bv Ps. 40).
En ook het lijden van Jezus aan het kruis was in strikte zin geen offer, al wordt er in de bijbel wel met offertermen over geschreven.
Deze opmerkingen hebben in GKv-kring al het nodige stof doen opwaaien. Sommigen zien het als bedreiging van het hart van het evangelie: verzoening door Christus!
Vooral de inleiding van Reinier Sonneveld en het artikel van Hans Burger liggen onder vuur.
Maar ze willen aan het verzoenende werk van Christus het volle pond geven, waarbij ze breder willen kijken dan wat de Heidelbergse Catechismus (zondag 5 en 6) erover zegt. Dat is iets anders dan verwerping van de verzoening door Christus.
Kritiek
Wel blijven er twee vragen: geeft het Oude Testament al offerkritiek in de Psalmen en profeten? En: is Jezus’ dood in strikte zin geen offer?
Ik vraag me af of dit geen kwestie is van: wat bedoel je?
Offeren is: iets geven, of jezelf geven. Dat kon de vorm aannemen van een (dier)offer, zoals in de wet van Mozes in bepaalde gevallen voorgeschreven (!) was. Jezus’ offer was geen offer zoals de priesters in de lijn van Aäron die brachten. Maar we moeten offers niet afmeten aan levitische offers; het is andersom: Jezus’ offer is het ware offer, waarvan de levitische een vooruitwijzing waren. Jezus’ leven was offer (toewijding); tegelijk was hij het lam dat de zonden van de wereld wegneemt. Jezus is tempel, hogepriester en offerlam ineen. De offers in de tempel waren daar schaduw van (zie Hebreeën).
En hebben de profeten offerkritiek? Geen kritiek in de betekenis van: je bent verkeerd bezig door te offeren. Wel maakt die ‘offerkritiek’ ons twee dingen duidelijk: als je hart er niet bij is, bespaar God je offers. En: bij offers gaat het uiteindelijk niet om de uiterlijke vorm (dieroffers) maar om je hart, je toewijding aan de Heer.
Burger spreekt mooi over offers als toewijding aan God, maar die toewijding is geblokkeerd door de zonde (pag. 60). De dood van Jezus’ offer opent de weg naar onze toewijding en zijn offer is toewijding.
Om met Willem Ouweneel te spreken (pag. 89): Jezus’ offer is onnavolgbaar (verzoening met God) en tegelijk een voorbeeld voor ons (toewijding) (pag. 89).
Hans Burger en Reinier Sonneveld (red.), Cruciaal. De verrassende betekenis van Jezus’ kruisiging.
Tonnis Groenveld