Recensie (WegWijs september/oktober 2008, jaargang 62, nr. 5)
Er zijn mensen die met gemak even een boek van 650 bladzijden lezen. Maar zelfs ervaren boekenwurmen zullen wat meer moeite hebben met het boek van Martyn Lloyd-Jones over de Bergrede. De zestig preken die in de twee delen van het boek zijn samengebracht, lees je echt niet even achter elkaar. Dat moet je ook niet willen. Je moet het boek beleven. Hoofdstuk na hoofdstuk tot je laten doordringen. Overwegen en overdenken. Daarvoor zijn de preken, daarvoor is het boek bedoeld.
In 1927, twee jaar nadat Lloyd-Jones (1899-1981) was toegelaten tot het ‘Koninklijk College van artsen’, voelde hij zich geroepen predikant te worden. In de ogen van velen (collegaartsen) was het ongehoord en absurd dat hij de ‘goudmijn van een veelbelovende arts’ inruilde tegen het karige traktement van een predikant. Zijn chef, de koninklijke lijfarts, die hij over zijn besluit informeerde was niet verbaasd. Hij had al eerder gemerkt dat Lloyd-Jones ‘meer belangstelling had voor mensen dan voor ziekten’. Dat had Lloyd-Jones ook voor Calvijn. Vooral de manier waarop Calvijn een bijbelboek doorwerkte sprak hem aan: meer schrift- dan tekstmatig. Zo kun je de zestig preken van Lloyd-Jones over de Bergrede ook het beste typeren. In het eerste deel van het boek dertig over Matteüs 5:1-48 en in het tweede deel dertig over Matteüs 6 en 7.
Zestig preken
Je vraagt je af wat iemand ertoe brengt, vrijwel zonder onderbreking, zestig zondagen achtereen over de Bergrede te preken. Voor Lloyd-Jones geen vraag. Je kunt geen volgeling van Jezus zijn als je niet zijn leerling bent. En de Bergrede is bij uitstek basisonderwijs van onze Heer en heiland. Daarbij kwam nog dat Lloyd -Jones zich zorgen maakte over de kerk. De christelijke blijdschap werd niet meer begrepen door een gebrek aan besef van zonde. En christenen waren te weinig onderscheidend van de wereld. Daarom hadden zij de spiegel van de Bergrede nodig. Met de vraag of zij werkelijk de kenmerken van een christen vertonen. Of zij echt totaal verschillen van een niet-christen. En ‘worden beheerst en geregeerd door Jezus Christus’. Of hun ‘denken gericht is op de hemel en toekomende wereld’. Weliswaar iets anders verwoord dan in Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 29. Maar misschien wel zo duidelijk om als maatlat langs je leven te leggen. De Bergrede vertelt ons niet: leef zo en u zult christen worden, maar: leef zo omdat u christen bent. Een uitspraak die niets aan actualiteit heeft ingeboet.
50 jaar en nog altijd actueel
Het taalkleed van de preken mag dan misschien iets anders zijn dan waaraan wij gewend zijn, de zeggingskracht is er niet minder om. Een paar voorbeelden: ‘De tragiek van de kerk is dat velen hongeren naar geluk en niet naar gerechtigheid.’ ‘Te veel nadruk op de wet leidt tot wetticisme waarin geen genade meer te vinden is. Tegelijk leert de geschiedenis van de kerk dat te veel nadruk op genade ons het oog kan sluiten vor de zonde.’ ‘Zijn we er echt bezorgd over of de vrucht van de heilige Geest in ons leven openbaar wordt? Genieten wij het christelijke leven? Verheugen wij ons in de Heer? Achten wij, zoals Paulus, al het andere in ons leven vuilnis? Of zijn we Bileams die wel als een oprechte willen sterven maar niet leven (Num. 23:10)?’
Gelijk aan Jezus
Meer dan eens zegt Lloyd-Jones in het boek dat wij aan Jezus gelijk moeten zijn. Of worden. Ik vroeg me af of je dat wel zo mag zeggen in de context van ‘anders dan de wereld zijn’. Jezus werd wel aan ons gelijk, uitgezonderd de zonde. Maar door de zonde kunnen wij nooit gelijk aan Jezus worden. We kunnen pas gelijkvormig aan Jezus worden als wij vrij van zonden zijn (Fil. 3:21, NBG ’51). Wij mogen er wel naar verlangen gelijk aan Jezus te worden. Zoals elders in het boek blijkt, bedoelt Lloyd-Jones dat ook.
Bijbelcitaten
Op enkele uitzonderingen na zijn de bijbelcitaten in het boek uit de Statenvertaling genomen. Even nalezen in de NBV is echter niet zo gemakkelijk. Bij nogal wat bijbelcitaten is de vindplaats van de tekst niet vermeld. Soms citeert Lloyd-Jones blijkbaar een eigen vertaling. Want in geen enkele vertaling staat in Matteüs 5:13 en 14 ‘gij en gij alleen’ (zout en licht). De predikant die met gemak ‘kleine profeten tussen de vliesdunne bladzijden van de NBV’ weet te vinden, voegde daaraan nog toe dat Lloyd-Jones’ vertaling misschien wat sterk is aangezet, maar het Grieks wel in die richting wijst. Oplettend lezen wordt ook gevraagd omdat niet alle zinnen tussen hoge komma’s bijbelcitaten zijn. Meestal wel, niet altijd.
Maar laat dat voor u geen reden zijn het boek niet te kopen en te lezen. De steeds weer herhaalde indringende vragen hoe ik als christen in de wereld sta, kan geen wedergeboren christen aan zich voorbij laten gaan. Laat ik mij door Christus regeren? Is God werkelijk over heel mijn leven en heel mijn ik mijn koning? Breng ik evenveel tijd door met de Bijbel als met (vertaald naar onze tijd) de tv en pc? En hoeveel tijd besteed ik aan het gebed? Heb ik een ongedeeld hart? Een rein hart?
Schep mij een rein hart, o God (Ps. 51:12a, herz. SV).
Henk Bouwmeester