Recensie (WegWijs september / oktober 2013, jaargang 67, nr. 5)
Reinier Sonneveld schrijft fris en geeft blijk van grote belezenheid. Ook in dit boek over het thema twijfel. Hij ontleedt de moeiten die geloofstwijfel kunnen veroorzaken. Aan de orde komen psychologische, sociologische, theologische en rationele factoren. Hij draagt oplossingen aan om uit de twijfel weg te komen. Merkwaardigerwijze liggen deze oplossingen op dezelfde vier terreinen. Dat is een echte eyeopener. En zo zijn er meer. De stilte van God is een bijzonder interessant en aansprekend boek geworden. Toch heb ik een groot bezwaar. Het boek lijkt namelijk op een tomtom die je uitsluitend B-wegen laat rijden en de snelweg negeert.
Eigenlijk geeft de titel van het boek dat al aan: De stilte van God. Maar is God wel zo stil? Sonneveld besteedt aandacht aan 1 Koningen 19:12b. In de storm, de aardbeving en het vuur was de HEER niet. ‘Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries.’ Het is niet zo eenvoudig te begrijpen wat de HEER daar precies mee bedoelde. Het wordt er niet bij verteld. Dan loop je het gevaar zo’n bericht te vullen met je eigen ideeën. Sonneveld komt herhaaldelijk op deze tekst terug. Alsof de stilte van dat moment kenmerkend is voor wat God in het algemeen doet. Dat God in 1 Koningen 19:13 dadelijk het woord neemt, Elia corrigerend bemoedigt en hem een rij concrete opdrachten geeft, krijgt geen aandacht bij de schrijver. Maar dat is nu juist kenmerkend voor God. God begon zijn werken door te spreken (Gen. 1:2). God sprak al deze woorden… (Ex. 20:1). Leviticus begint zelfs met ‘En de HEER sprak…’ Bij Jesaja zegt Hij: ‘Ik heb niet in het verborgene gesproken’ (Jes. 45:19). En het Nieuwe Testament is er vol van: ‘Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon’ (Heb1:1-2).
Als gelovige heb je ook je zekerheid buiten jezelf, in het vaste woord van God. Hijzelf overwint zo je twijfel. De rest is uiteindelijk bijzaak en het is jammer dat dit boek van Sonneveld alleen over die bijzaken handelt.
Martin van Veelen