Recensie (WegWijs januari/februari 2008, jaargang 62, nr. 1)
Een boek over de duivel – dat klinkt nogal luguber. Toch heb ik dit boek met plezier en aandacht gelezen. De auteur werkt bij Eleos. Dat is te merken in bijvoorbeeld hoofdstuk 23, waar het gaat over dwang- en vloekgedachten. Hij zit ook in het jongerenwerk. Vandaar dat hij dit deel in een jongerenreeks schreef. Zijn ervaring met jongeren blijkt uit veel praktijkvoorbeelden uit het leven van met name reformatorische jongeren, en uit de praktische vragen na elk hoofdstuk.
De schrijver is lid van de Gereformeerde Gemeenten. Ook dat komt duidelijk naar voren: citaten uit de Statenvertaling en oude psalmberijming, het praten over wel of niet wedergeboren zijn, het ronduit negatief schrijven over evangelische christenen. Overigens waarschuwt hij ook tegen de lijdelijkheid in zijn eigen kerkgenootschap. Het zou jammer zijn als dit boek door deze accenten ongelezen bleef. Niet eerder las ik een boek dat het werk van de duivel vanuit bijbels perspectief aan alle kanten belicht, en dan op zo’n manier dat je het ook in je eigen leven herkent.
Het boek bestaat uit drie gedeeltes. In het eerste gedeelte wordt aan de hand van bijbelse gegevens beschreven wie de duivel is. Van engel werd hij duivel, na een ‘hemelse burgeroorlog’. Zijn aanvallen in het Oude en Nieuwe Testament worden beschreven. En wat was hij daarin actief! Huiveringwekkende zaken komen aan de orde, zoals de gedachte dat allen die de duivel gevolgd zijn, na het laatste oordeel in één ruimte zullen verkeren met hun heer.
Na dit eerste gedeelte volgt als intermezzo een bespreking van het boek van John Bunyan De heilige oorlog. Het is evenals zijn bekendere werk Een christenreis naar de eeuwigheid een allegorie. Het hart van de mens wordt voorgesteld als een stad: ‘Mensziel’. Gemaakt door koning Elschaddar en met list veroverd door Diabolos. Kapitein Weerstand wordt neergeschoten en burgemeester Verstand afgezet. De oogen oorpoort worden hermetisch afgesloten. Er gebeurt een heleboel in die strijd om de stad, maar in het kader van deze Recensie Duivels dichtbij bespreking kan ik daar verder niet op ingaan. In elk geval gebruikt Post dit intermezzo voor het tweede gedeelte: de aanval van de satan op de groep.
Hierin komen o.a. aan de orde: satanisme, hekserij, occultisme. Maar ook zaken die elke christen van dichtbij kent: televisie, ict, sport, muziek. Deze zaken kunnen ons van God aftrekken, als ze een te groot beslag op ons leven leggen. De duivel kan ons ook beletten voor God te leven!
Ik vind wel dat Post erg de nadruk legt op de negatieve invloed van televisie, ict, sport en muziek. We kunnen deze zaken toch ook op een goede manier gebruiken? Daar heeft de schrijver weinig oog voor.
Als intermezzo tussen deel 2 en geeft Post enkele voorbeelden uit Brieven uit de hel van C.S. Lewis.
Het derde deel gaat over de aanval van de duivel op de individuele mens. Bijbelse voorbeelden: Eva, David. Post wijst erop dat verkeerde godsbeelden ook van de duivel komen: God als dictator, of God als begripvolle God. Een apart hoofdstuk besteedt de schrijver aan het onderwerp ‘kennis maakt opgeblazen’. Een onderdeel daaruit is: ‘kritiek op de preek’. Ik citeer Post: ‘De duivel is in de kerk actief met het scheppen van ergernis.’ Vervolgens noemt hij een aantal zaken waar we ons aan kunnen ergeren, en op welke manieren we kritiek op de preek kunnen hebben. ‘Als wij nukkig en wrevelig zijn over de prediking, hoeveel evangelie stuit er niet af op ons hart en hoe verkneutert de duivel zich?’
Een negatief punt in dit boek vind ik wel dat de schrijver de duivel overal bij haalt. Als jongeren op het kerkplein niet over de preek maar over zaken uit het dagelijks leven praten, ziet Post hier het werk van de duivel in, met een beroep op de gelijkenis van de zaaier. Dit gaat mij toch echt te ver. Daarnaast lezen we weinig over Christus die de macht van de boze heeft overwonnen en ons door de heilige Geest laat strijden tegen de zonde. In Christus zijn we toch meer dan overwinnaars?
Kan ik dit boek aanraden? Een paar mensen die het boek met me meelazen, gaven aan er niet vrolijk te worden. Zij openden me de ogen voor het feit dat wanneer je een wat sombere kijk op het leven hebt, dit versterkt kan worden door het lezen van dit boek. Mijn ogen zijn meer geopend voor een gevaar aan de andere kant: dat we vaak zo oppervlakkig leven en weinig rekening houden met de duivel. Met de kritische kanttekeningen die ik in deze recensie aangeef, moet ieder maar voor zichzelf uitmaken bij welke categorie hij hoort. Persoonlijk heb ik veel geleerd van dit boek.
Martine Kwey-Haasdijk