
Recensie (WegWijs september / oktober 2017, jaargang 71, nr. 5)
Geroepen tot barmhartigheid
We zijn tot barmhartigheid geroepen, maar wie is mijn naaste?
De vraag wordt gesteld waarom we binnen de kerk zoveel aandacht geven aan onderwijs, evangelisatie, gemeenteopbouw en waarom we de dienst van barmhartigheid veelal aan de diaconie overlaten. Volgens de auteur moeten we te werk gaan zoals de Samaritaan. Hij draagt mogelijkheden aan op allerlei gebied: fysiek, medisch, financieel, emotioneel. Dit kan ons de ogen openen en doen nadenken of bij ons de hulpverlening niet vaak eenzijdig is. Zouden we niet méér kunnen doen? Barmhartig zijn omdat Jezus voor ons barmhartig is?
Geroepen tot barmhartigheid niet direct een pakkende titel; het klinkt nogal ernstig en zwaar. Al lezend komen er verschillende ideeën en theorieën voorbij, nogal uitgebreid met veel herhalingen. Als leidraad wordt de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan gebruikt. Het boek omvat 2 delen: Bijbelse principes en Praktijk.
Tenslotte vind je uitgebreide verwijzingen naar andere boeken.
Je kunt je afvragen wat we vandaag de dag aan barmhartigheid doen. Geven we hulp aan onze naaste en zo ja, hoe doen we dat dan? In deze tijd zou je denken dat de voorzieningen van overheidswege toereikend zijn en dat we als kerken hier weinig werk aan zouden hebben. Integendeel, er is juist veel barmhartigheid nodig! We kennen allemaal de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Het verhaal gaat steeds meer voor je leven bij het lezen van dit boek.
Vervolgens komt aan de orde dat we wel soberder zouden kunnen leven, en zo meer overhouden voor een ander. Alles wat we hebben is niet van ons maar van God. Dat is uiteraard een goed uitgangspunt. Onderscheiden we ons ook hierin van de wereld? Leven we mee met anderen? Verdiepen we ons in de nood van de ander?
Vanaf hoofdstuk 6 gaat het meer over het hier en nu. Hoe ver moet je gaan en wat kan wel of niet. Hoe beoordeel je hulpvragen? Hoe komt het dat iemand hulp nodig heeft? Ik vind het hier opvallen dat het vragen zijn van alle tijden en plaatsen.
Het is lastig de balans te vinden tussen woord en daad. Aangeraden wordt prioriteiten te stellen. Er is zoveel hulp nodig in de wereld. Kijk eerst binnen je familie, dan binnen de kerk, dan daarbuiten tot in andere landen toe.
Help met woord en daad. Mooi is de vergelijking van woorden en daden met de 2 vleugels van een vliegtuig, beide zijn nodig.
In het tweede deel volgt dan hoe je aan de slag kunt gaan. Je moet dit vooral willen, elkaar motiveren. Iedereen kan iets voor een ander doen. Ook het hulp ontvangen komt aan de orde, (daar wordt helaas niet zoveel over gezegd) maar dat zal ook voor velen moeilijk zijn. Je moet je steeds de vragen stellen: Welke behoeften zijn er? Wat wordt er al gedaan? Hoe kom je in contact? Het gaat in dit boek vooral om georganiseerde vormen van barmhartigheid en niet over dingen die spontaan opkomen. Kortom, het lezen waard, al is het wel erg uitgebreid.
Toos Slot-van der Woerd