
Over moeilijke teksten in de Bijbel
Recensie (WegWijs november 2022, jaargang 76, nr. 2)
Over moeilijke teksten in de Bijbel zijn in de afgelopen jaren verschillende boeken verschenen. Denk aan de vierdelige serie Ongemakkelijke teksten. Iets langer geleden verscheen De God die ik niet begrijp, een boek van Christopher Wright over lastige geloofskwesties. In 2020 kwam daar dit boek bij. Van de Beek is bekend om zijn nadruk op het lijden van Christus en de nadruk op het kruis.
Bram van de Beek is emeritus hoogleraar symboliek van de Vrije Universiteit in Amsterdam en bijzonder hoogleraar systematische theologie aan de universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika. Maar naast theoloog is hij ook botanicus. In 1974 promoveerde hij al op het onderwerp determinatie van bramen, wat hem de bijnaam Bramenbram opleverde.
In het boek zijn veertien Bijbelstudies en zeven preken opgenomen. Het begint met Zacharia 1 waar de ruiters tegen de engel van de Heer zeggen dat het overal vredig en rustig is. De engel van de Heer staat voor God zelf. God vindt dus zelf dat hij moet ingrijpen om Jeruzalem te herstellen. Maar net als bij Amos in het volgende hoofdstuk gaat het verlangen naar Gods optreden samen met huiver. Het is een verschrikking als God dingen gaat rechtzetten. Als Amos profeteert lijkt het voorbij voor Israël, maar God is trouw aan Juda. Van de Beek roept ook ons op om ons heil op de juiste plaats te zoeken. Moeten we niet terug naar de Heer der heerlijkheid die gekruisigd is?
Ingrijpend is de preek over Ezechiël 16 waar Gods relatie met Israël duidelijk wordt. Van de Beek noemt Ezechiël 16 een van de naarste hoofdstukken uit de Bijbel. Het is zo afschuwelijk, dat Joden het niet lezen in de synagoge. Heel het boek Ezechiël is heftig, maar dat is ook Gods relatie met zijn volk. In dit boek ook een preek over Deuteronomium 7: 1-6 waar Israël het volk van Kanaän volledig met de ban moest slaan. In het boek van Wright wordt dit ook besproken. Wright zegt dat het een eenmalige verovering was en geen voorbeeld hoe de Israëlieten later met hun vijanden moesten omgaan. Van de Beek benadrukt dat God voor zijn volk een plek maakt om te leven zonder de besmetting van zonde. Maar het volk heeft het niet waargemaakt en latere koningen lieten evengoed hun zonen door het vuur gaan. Nee, de Bijbel is een realistisch boek: er is niemand die goed doet, ook niet één. Van de Beek zegt het al in het woord vooraf: de Bijbel gaat niet over een vredig bestaan in de omgang met God. Gods aanwezigheid kost ons moeite. Het gaat er volgens hem ook niet om dat dé uitleg hier wordt gepresenteerd. Het is zoeken om te verstaan en vechten om waarheid te vinden en om te luisteren naar Hem die de Waarheid is. Ik spreek de wens uit met de woorden van Van de Beek dat door het lezen van dit boek “de betekenis van de diepste teksten over liefde, trouw en aanwezigheid echt tot ons door mogen dringen”.
Piet Zeilstra