Recensie (WegWijs januari / februari 2015, jaargang 69, nr. 1)
Toen ik begon te lezen had ik moeite met de term kerkelijke coach, omdat ik niemand kon bedenken die deze rol heeft. Uiteindelijk heb ik de bril van wijkcoördinator opgezet en begon ik zo te ontdekken wat dit boek hun te bieden heeft.
Dat is best veel. Mooie dingen worden gezegd over het ambt aller gelovigen en over de diversiteit van gaven en talenten binnen een gemeente. Vragen zoals: hoe kun je mensen motiveren om hun gaven en talenten vruchtbaar in te zetten? Hoe voorkom je dat er conflicten ontstaan? Vooral de praktijkvoorbeelden ter verduidelijking van theorieën zijn sterk.
‘Coaching is de ander helpen zijn gaven te ontwikkelen door intensief naar hem te luisteren en te reflecteren op wat hij zegt. De coach stelt vragen die tot nadenken zetten.’ (p. 29) Het verschil tussen een coachingsgesprek en een pastoraal gesprek is dan ook dat het niet gericht is tot opbouw van het geloof en de relatie met de Heer, maar vooral gericht is op de uitwerking in gedrag en intermenselijk verkeer.
Hoewel het boek niet geschreven is voor ouderlingen, diakenen en/of predikanten kunnen zij ongetwijfeld veel nuttigs oppikken, vooral uit de hoofdstukken 11-13. De spanningen die kunnen voorkomen, doordat men vanuit verschillende waarden spreekt, geven inzicht in hoe een conflict kan ontstaan. Maar ook handvatten om impasses te doorbreken.
Het boek is niet direct geschikt voor een bijbelstudieavond, maar iedereen die wel eens een moeizame vergadering heeft meegemaakt, kan zeker iets opsteken van dit praktische boek.>
Charlotte Scholtens-de Vries