Bespreking (WegWijs maart/april 2011, jaargang 65, nr. 2)
Hans Bouma is predikant en publicist, maar vooral dichter. Hij schrijft poëzie over gevoelige onderwerpen. Deze bundel heeft als ondertitel: Gedichten bij een overlijden. Hierbij valt op dat veel gedichten deze situatie tot onderwerp hebben: het stervensproces dat vaak gepaard gaat met heftige en tegenstrijdige emoties, ook bij christenen. De angst om voorgoed weg te vallen, de wanhoop in het niets te verdwijnen, maar daartegenover ook de sterke hoop en het vaste vertrouwen dat ‘de handen die mij boetseerden en zegenden, mij niet laten vallen’.
Een ander beeld dat de dichter in dit verband graag gebruikt is dat van het licht. Niet voor niets draagt het eerste deel van de bundel de titel ‘Licht dat voor mij koos’. Het is symbool voor de goddelijke werkelijkheid van eeuwigdurend leven, dat voor elke gelovige in het verschiet ligt. Het zorgt uiteindelijk voor een aanvaarden van de dood: ‘eindeloos leven zou geen leven zijn, dood-eenzaam stond ik volkomen buiten de werkelijkheid’.
Ook achterblijvenden worden door het licht, oorsprong van alle leven, getroost: ‘Als je mij mist, ga dan naar het licht.’
Voor nabestaanden is de dood van een geliefde een grote schok. Goedbedoelde woorden van meeleven en troost kunnen dan wel eens verkeerd vallen: ‘Zwijg. Geen woord, of spreek woorden, die zwijgen.’ Men zoekt houvast en een manier om de overledene te typeren en aldus in gedachtenis te houden. Hij of zij wordt aangesproken met ‘eeuwig jij’, ‘niets, zelfs de dood niet, maakt je ongedaan, je bent eervol gestorven, als een levende’.
Ontroerende poëzie, in korte regels, soms met horten en stoten neergezet. Deze gedichten hebben nog meer zeggingskracht dan de gestroomlijnde verzen met eindrijm, alsof bij rouwen eerder een stamelend spreken dan een vloeiende woordenstroom hoort.
Delen van de gedichten zijn geschikt als tekst op een rouwkaart of in een rouwadvertentie. De auteur geeft er in zijn voorwoord zelf zijn royale toestemming voor. Maar bepaalde gedichten zijn ook heel goed te gebruiken bij een bezoek aan een terminaal zieke: het zou het einde van de persoon in kwestie wel eens kunnen verlichten.
Sieta Houthuijse-Strijk