Andere boektitel:
Ik hou zo van jou
Recensie (WegWijs januari / februari 2011, jaargang 65, nr. 1)
Voor me liggen twee boekjes over Hooglied. Dan ligt het voor de hand dat je gaat vergelijken.
Laat ik beginnen met de overeenkomsten. De schrijvers van beide boekjes zijn gereformeerd predikant. Dat is goed te merken onder andere aan de opvattingen die ze uitdragen. Ze willen bijvoorbeeld allebei niet weten van gemeenschap voor het huwelijk. Ze komen ook beiden uit de school van professor H.M. Ohmann, die met zijn boek over Hooglied in 1988 uitdrukkelijk afstand nam van de ‘geestelijke’ uitleg van dit bijbelboek. Hooglied gaat volgens de twee boekjes over de liefde tussen man en vrouw, ja zelfs over de lichamelijke kant van die liefde. Die is door onze God goed geschapen. We worden niet van de schepping verlost, maar wel als schepselen. Ook in dat opzicht zijn beide boekjes helemaal gereformeerd.
Hiermee houden de overeenkomsten dan ook wel op. Je ziet dat al aan de buitenkant. Het ene boekje, Hooglied voor liefhebbers, heeft twee auteurs: Adrian Verbree en Christian Zomer. De eerste verzorgde de tekst, de tweede de illustraties. De tekst en de illustraties zijn op elkaar afgestemd en vullen elkaar aan. Die illustraties zijn cartoonachtig. Dat sluit helemaal aan bij het speelse karakter van de tekst en van Hooglied.
Om nog even bij de omslag te blijven, je ziet er een balkonscène op die zo uit Romeo en Julia of uit een operette zou kunnen komen. Dat is geen scène van liefde binnen het huwelijk. Ieder stel dat getrouwd is heeft de prettige ervaring opgedaan dat je geen plekje meer hoeft te zoeken om samen te minnekozen. Je kunt dat gewoon in je eigen huis doen. En daar kom je niet via het balkon. Je zou wel gek zijn! Je hebt de voordeursleutel. Zo komen zelfs stijve harken die niet kunnen klimmen, aan hun trekken. Leve het huwelijk!
Deze balkonscène zou niet passen in het boekje van Rob Visser: Ik hou zo van je. Want volgens Rob Visser zijn de ‘hij’ en de ‘zij’ van Hooglied in eer en deugd getrouwd. De omslag van zijn boekje is lief, maar ook saai en sekseloos. Alsof er binnen het huwelijk niets leuks meer te beleven valt. Dat ontkent hij overigens met kracht! Ik vind deze opvatting van Rob Visser best een goede vondst. Als de ‘hij’ en de ‘zij’ keurig getrouwd zijn bespaart dit hem een hoop lastige vragen bij de meer pikante teksten. Hoe zo een ‘buik als een bergje tarwe’ en ‘borsten als kalfjes’? Geen probleem: als je samen getrouwd bent, mag ineens ‘alles’.
Adrian Verbree houdt het spannender. Maar hij maakt het zich weer makkelijk door maar twee handen vol teksten van Hooglied te bespreken. Dan kunnen al te lastige passages onbesproken blijven.
Rob Visser bespreekt het hele boek, vers voor vers. Dat maakt zijn boekje van de twee het meest geschikt voor behandeling op de vereniging.
Ik heb na het lezen van Ik hou zo van je nog wel een paar vragen. Volgens Rob Visser gaat het in Hooglied voortdurend over hetzelfde stel. Ik krijg van dat stel dan wel een vreemd beeld. De ‘zij’ moest hard werken op het land. Maar blijkbaar woont ze na haar trouwdag in een villa met meerdere vertrekken in de grote stad (Jeruzalem?). Hij hoedt het kleinvee. Maar dat was en is in het Oosten eerder jongenswerk dan mannenwerk. Kijk maar naar David in 1 Samuel 15. Toch heeft de ‘hij’ behalve vee ook verschillende tuinen. Dat maakt hem tot een herenboer. Maar zo iemand zie je weer nooit huppelen. Dat is beneden z’n waardigheid.
Mijns inziens klopt het niet helemaal.
Verbree laat de mogelijkheid open dat Hooglied uit meerdere liederen bestaat. Wat is daarop tegen?
Ik hou zo van je heeft een ondertitel: ‘Toepasselijke verklaring van het boek Hooglied’. In feite betekent dit dat Rob Visser de tekstverklaring telkens laat volgen door moraliserende gedachten. Ik begrijp het belang daarvan in onze oversekste tijd. Toch vraag ik me af of Hooglied een dergelijke verklaring verdraagt. Volgens mij wordt het gehuppel van de geliefden in Hooglied zo te veel afgevlakt tot de zware tred van de ethicus. Geen misverstand: ik deel Vissers ethiek en ik heb sterk de indruk dat Verbree er eveneens van harte mee instemt. Maar is die ethiek op zijn plaats in een verklaring van Hooglied? Mijns inziens schiet Rob Visser zijn goede doel op deze manier grandioos voorbij. Geef Ik hou zo van je aan je opgroeiende kinderen, ze zullen er niet doorheen komen en Vissers ethiek naast zich neerleggen. Geef ze Hooglied voor liefhebbers en ze zullen af en toe lachen. Maar juist de speelse toon van dit boekje zal opening geven voor de serieuze woorden die het wel degelijk bevat. (MV)
Martin van Veelen