De mooiste troostgedichten
Recensie (WegWijs november 2022, jaargang 76, nr. 2)
Hoe geef je vorm aan pijn en rouw? Rouw kent veel kanten en veel kleuren. Dikwijls ben je op zoek om hieraan stem te geven. Voor jezelf of voor een ander. Deze kleine bundel bevat gedichten die woorden geven aan verdriet, verlies, pijn of gebrokenheid van het bestaan. Soms heel kort en bondig, soms heel verhalend.
Nel Benschop verstaat de kunst om heel eenvoudig, haast pratend dichtbij te komen. Nog steeds goed leesbaar en invoelend. De mooie, ingetogen titel vormt ook de beginregel van haar tweede gedicht Niet dat ik het begrepen heb: “Ik wou zo graag, dat ik wat troost kon geven, aan mensen in hun troosteloos bestaan; …ik wou, dat ik wat beters had dan woorden, wat méér, dan slechts een hulpeloos gebaar.” Van Benschop zijn ruim 25 gedichten te lezen.
Andere namen in deze bundel zijn Hans Bouma, Inge Lievaart, Willem de Mérode, Huub Oosterhuis, Henriette Roland Holst, André Troost, Jacqueline van der Waals, Jaap Zijlstra, Hélène Swarth en Alice Nahon. Een gevarieerd gezelschap met verschillende kwaliteiten. Persoonlijk vind ik het jammer dat de laatste twee een plek hebben gekregen in dit troostboekje. De taal die zij gebruiken bereikt moeilijker je hart. Het is een boekje waarbij je een gedicht een paar dagen open laat liggen op je tafel. Woorden kunnen troosten en door herkenning wordt de pijn wat zachter en valt er licht over je bestaan.
Wek mijn zachtheid weer. | Dat ik zie wat is. | |
Geef mij terug | En mij toevertrouw | |
De ogen van een kind. | En het licht niet haat | Huub Oosterhuis |
Dieneke van de Kamp