Gaan in het spoor van het oude testatment
Recensie (WegWijs mei/juni 2007, jaargang 61, nr. 4)
Bijbellezen op maat en ervaren dat je Met de Bijbel in goed gezelschap bent, hangt af van de manier waarop je de Bijbel leest. Lees je de Bijbel als een interessante verzameling literaire werken uit de grijze oudheid? Of lees je de Bijbel omdat ‘het lezen van Gods Woord onmiskenbaar noodzakelijk is om een echte relatie met de Here God op te bouwen en te onderhouden?’(1) Of voelt het bijbellezen soms als corvee?(2) Lees je, zoals 88% van de Amerikaanse christenen, de Bijbel hooguit eenmaal per week?(3)Dr. J. Douma is voor het schrijven van de reeks Gaan in het spoor van het Oude Testamentde Bijbel doorgekropen. Op zoek naar antwoorden op de vraag wat de teksten van het Oude Testament betekenen voor mensen in de 21ste eeuw. Begin april jl. verscheen het negende deeltje van de reeks, die naar verwachting eind 2007 voltooid zal zijn (zie voetnoot (4) voor de titels). Aan elk deeltje is een cursus gekoppeld van twee avonden. Daarin licht dr. J. Douma, met medewerking van ds. A.H. Verbree, het in het deeltje besproken bijbelgedeelte nader toe en behandelen zij enkele aspecten die niet uitdrukkelijk in de tekst aan de orde gesteld zijn. Op internet kan de lesstof later nog eens worden nagelezen of gedownload.(5) Om u een indruk te geven over de deeltjes uit de reeks en de aanvullende en verdiepende informatie op internet, kozen wij het vijfde deeltje van de reeks, Job en Psalmen.
De ene bekende onbekende Job
Over de persoon Job weten wij eigenlijk alleen dat hij geen Israëliet was en in Uz woonde, een streek iets ten zuidoosten van Israël. Buiten het boek Job treffen we zijn naam in het Oude Testament alleen nog aan in Ezechiël 14.(6) Daarin wordt hij samen met twee andere figuren uit de grijze oudheid, Noach en Daniël(7), genoemd als een algemeen bekend voorbeeld van wat een rechtvaardig man is. Zo tekent het boekje van Douma Job ook, als een man die betrouwbaar over God sprak. Ook en vooral als die ene Job. Want de Job uit de proloog (Job 1 en 2) en epiloog (Job 42:7-17) is niet, zoals sommige bijbeluitleggers ons willen doen geloven, een andere Job dan de Job uit de dialogen (Job 3-42:6).
Wie de auteur van het boek Job is, is onbekend. Douma sluit niet uit dat ‘het boek Job oorspronkelijk een volksverhaal is geweest en dat de dialogen tussen Job en zijn vrienden, samen met het dubbele antwoord van Jahwe, in later tijd daarin een plaats hebben gekregen’ (p. 12). Een cursist vroeg zich af of je dat wel zo mag zeggen, het boek Job is toch Godsopenbaring? Andere cursisten vroegen zich af of je wel kunt zeggen dat ‘Job en zijn vrienden zelf niet zo gesproken hebben als het in Job 4vv op papier staat’. Op die manier raak je God als spreker toch kwijt. Douma wees er in zijn antwoord op dat God zijn eigen wijze is gegaan met de vorming van de Schriften die niet zomaar in één keer tot stand gekomen zijn, maar voordat ze werden opgeschreven zeer waarschijnlijk eeuwenlang van mond tot mond zijn overgeleverd.
Wijsheidsliteratuur
Het boek Job wordt, net als Prediker en Spreuken, tot de wijsheidsliteratuur gerekend.(8) Van Job 28 kan dat inderdaad gezegd worden, maar het overgrote deel van Job gaat over de vraag of het verband tussen vroomheid en voorspoed of tussen goddeloosheid en tegenspoed wel zo duidelijk is als in bepaalde wijsheidskringen wordt gedacht (p. 47). Toch concludeert Douma uiteindelijk dat ‘het boek Job terecht wordt gerekend tot de wijsheidsliteratuur van Israël’ (p. 55). Want juist de aandacht die het boek Job vraagt voor de ondoorgrondelijkheid van Gods wijsheid met de oproep zich daarbij uit ontzag voor Jahwe neer te leggen (p. 48), getuigt van wijsheid. God heeft immers in zijn wereld alles onder controle en regeert alles met vaste hand in wijsheid (p. 54).
Een andere bewering is dat het boek Job een einde maakt aan de vergeldingsleer, de leer waarin vroomheid aan voorspoed, en goddeloosheid aan tegenspoed gekoppeld is.
Het tegendeel is waar, het boek Job laat dit vergeldingsprincipe juist zien! Ook in de Psalmen wordt de tegenstelling tussen goddelozen en rechtvaardigen (p. 65 v) en voor- en tegenspoed breed uitgewerkt (p. 74v). Zo zelfs dat het vanzelfsprekend lijkt dat aan de rechtvaardige voorspoed en de goddeloze tegenspoed ten deel valt (p.74). Maar, zo houdt de auteur van het boekje ons voor, het is van belang dat we daarbij het modelkarakter van de Psalmen voor ogen houden (p. 76). Opvallend is overigens dat nergens in de Psalmen iemand van goddeloos ‘rechtvaardig’ wordt (p. 81).
Psalmen
Op indrukwekkende wijze laat het boek Psalmen zien hoe Israël eeuwenlang in een breed spectrum van stemmingen gezongen en gebeden heeft (p. 57). Dat het ook voluit messiaans is. Meer dan in enig ander boek van het Oude Testament herkenden de evangelisten in de Psalmen Jezus als de messias (p. 106). Tegelijk leidt dr. Douma in zijn boekje Job en Psalmen onze aandacht naar hét grote thema van de Psalmen: de majesteit van Jahwe. Niet alleen in de vele lofen dankpsalmen staat Gods majesteit centraal, ook in de vele klaagpsalmen (een op de drie psalmen is een klaagpsalm). Naast de lof-, dank- en klaagpsalmen noemt Douma ook nog de konings- en geschiedenispsalmen. Hij noemt de soorten psalmen eigenlijk alleen om te laten zien hoe breed het spectrum van stemmingen is in de Psalmen. Want ‘we moeten oppassen onze schematisering niet te ver door te voeren’ (p. 58). Of daarover te speculeren zoals in de loop van de eeuwen veel en vaak gedaan is over de vraag of, en zo ja in welke zin, bepaalde psalmen cultische psalmen zijn. Hoewel historische gegevens hiervoor uiterst schaars zijn (p. 59), lijkt de auteur zich toch te kunnen vinden in de mening dat de psalmen 15 en 24 te maken hebben met het ritueel van de tempel binnen te gaan (p. 70).
Van veel Psalmen is onzeker wie ze gedicht heeft. De vraag is of opschriften als ‘van David’ of ‘van Asaf’ origineel zijn. Bovendien hoeft een dergelijk opschrift niet te betekenen dat David de dichter was. Het kan een psalm uit de bundel van David zijn (p. 59).
Belangrijker is te zien dat in de Psalmen Gods verbond heel centraal staat. In alle schakeringen van verhevenheid, vreugde, dank, angst, klacht en hoop. En daarmee blijven de Psalmen onmisbaar voor onze geloofsexpressie binnen de kerk (p. 115).
Vrijmoedigheid
Bij het doorlezen van de psalmen valt je de vrijmoedigheid op waarmee de Israëliet tot God sprak en Jahwe herinnert aan zijn beloften. Psalm 77 is daarvan een heel sprekend voorbeeld.(9) Indringend wordt tot God geschreeuwd wat er toch aan de hand is. Heeft God niet langer lief, is zijn trouw verdwenen, verstoot hij voor eeuwig, houdt zijn belofte op, vergeet God genadig te zijn, verbergt Hij zijn ontferming? Geen retorische vragen. De dichter komt tot een keiharde conclusie: de hand van de Allerhoogste is veranderd. De berijmers hebben het niet aangedurfd die harde conclusie ook zo op rijm te zetten. In ons Kerkboek is de conclusie een vraag geworden en in de 1773-berijming zelfs 180 graden omgedraaid. Waarom is de worsteling van de dichter niet blijven staan? Vooral omdat in vers 14 het keerpunt van de psalm ligt. God verloste zijn volk toch?! Door de Schelfzee (vers 17-19)! Daarvan was daarna niets meer zichtbaar (vers 20). Maar daarom is het wel gebeurd (vers 21)! Niet zien en toch geloven. Jezus’ woorden via Thomas voor ons bedoeld (Joh 20,29).(10) Psalm 77, een lied dat bij de tijd gebleven is.
Eigentijds
Terwijl ik de laatste alinea schreef, vroeg ik mij af hoe het kan dat de cursus van Douma en Verbree steeds vollere kerkzalen trekt. En dat in een ‘drukke’ tijd waarin voor andere zaken soms wat minder belangstelling schijnt te bestaan. Wat mij betreft is het de ontspannen manier waarop Doumaen Verbree in boek, woord en beeld ons de oude waarheden aanreiken. Oude waarheden en tegelijk heel eigentijds. Zoals bijvoorbeeld het verbond dat Job met zijn ogen sloot omdat ogen tot zonde kunnen verleiden (Job 31). Prachtig laat dr. Douma zien hoe Job ontkent dat zijn hart de ogen heeft gevolgd en er vervolgens een smet aan zijn handen ging kleven (p. 23). Over eigentijds gesproken. Wat mij betreft had de auteur eraan mogen toevoegen: alsof Job wist van zinnenprikkelende beelden en ongefilterd internet!
Oog, hart, hand.
(1)
De tussen hoge komma’s geplaatste zin is ontleend aan het korte verslag van het studieproject Hermeneutiek in het kader van PEP (Permanente Educatie Predikanten). Bron: Persberichten van De Reformatie van 1 maart 2007.
(2) Eva april 2007.
(3)
Mark Brown (Nieuw Zeeland) in Visie 16 (2007): ‘De kerk verkeert in een crisis, omdat christenen de Bijbel niet meer lezen’ (zie ook de archiefpagina van www.assistnews.net).
(4)
Deel 1: Genesis
Deel 2: Van Egypte naar Kanaän
Deel 3: Van Jozua tot Salomo
Deel 4: Scheuring, ballingschap en herstel
Deel 5: Job en Psalmen
Deel 6: Spreuken, Prediker en Hooglied
Deel 7: Jesaja, Jeremia, Klaagliederen
Deel 8: Ezechiël en Daniël
Deel 9: De kleine profeten I
Deel 10: De kleine profeten II.
(5)
Gebruik bij voorkeur Internet Explorer om de site www.gaaninhetspoorvandebijbel.nl te bezoeken. Mozilla Firefox kan problemen geven.
(6) De Job uit Gen. 46:13 is een andere Job dan de Job uit het boek Job.
(7)
Deze Daniël is ons bekend geworden uit de opgravingen in Ras Sjamra. Hij leefde in de stad Ugarit en kwam op voor het recht van weduwen en wezen (p.11).
(8) Zie bijvoorbeeld de inleiding op het boek Job in de NBV.
(9) De nu volgende samenvatting over Psalm 77 is ontleend aan het lesmateriaal op internet.
(10) Aldus dr. P.H.R. van Houwelingen in ZoZ van 7 april 2007.