Omschrijving
Nieuwe Bijbelvertaling voor jongeren met speciale aandacht voor bepaalde tekstgedeelten.
Recensie (WegWijs januari/februari 2007, jaargang 61, nr. 1)
Wie heeft of neemt de tijd om eens rustig een tekst uit de Bijbel te lezen en daarover na te denken? Het blijft er vaak bij. We hebben allemaal haast. En daarbij lopen niet alleen jongeren voorop. De Jongerenbijbel kan je helpen te gaan nadenken over een tekst en je af te vragen wat de tekst met jouw leven te maken heeft.
In de Jongerenbijbel (de tekst van de Bijbel is de NBV) zijn rubrieken opgenomen die op vrijwel iedere bladzijde in één of meer opvallende kaders de aandacht vragen voor een bepaalde tekst of gedeelte daarvan. Niet zelden ook voor ouderen buitengewoon verrassend en ontdekkend. Een paar voorbeelden. In de rubriek ‘Aan de slag’ wordt bij Johannes 5:7 (het verhaal over de verlamde in Betesda die niemand had om hem te helpen) de vraag gesteld: ‘Hoe zou jij anderen kunnen helpen die eenzaam zijn?’ En bij Johannes 6:9 (de jongen die ‘maar’ twee visjes en vijf broodjes had): ‘Bedenk dat jij net als die jongen veel meer in huis hebt dan je denkt!’ Indringend is de vraag bij Job 23:3 : ‘Heb jij dat ook wel eens dat je door wat er met je gebeurt het zicht op God kwijtraakt? En wat doe je dan?’ Als meelezende (groot)ouder biedt het je een prachtige gelegenheid met je (klein)kinderen over hun en jouw geloof te praten. Of een aanvulling te geven op wat zij lezen. Ook daarvan een voorbeeld.
Thema’s
In de Jongerenbijbel is bij ieder bijbelboek een passend thema opgenomen. Bij Handelingen is dat (dus) het thema Wie is de heilige Geest? Daarin wordt over de gaven van de Geest heel ingetogen gesproken, en behouden de bijzondere gaven van de Geest de plaats en tijd die de Bijbel geeft. De Geest, zo lezen we op p. 165 van het Nieuwe Testament, ‘geeft speciale gaven en zo kunnen we in de wereld en in de kerk ons plekje vinden’. Opvallend is echter ook dat de Drie-eenheid van Vader, Zoon en Geest verwoord wordt met ‘Vader, Zoon en heilige Geest horen bij elkaar en doen hetzelfde werk’. Als (groot)ouder wil je daarover toch wel iets meer zeggen. Bijvoorbeeld de woorden die bij de doop van je (klein)kind klonken ‘dat de Geest ons toeëigent wat wij in Christus hebben’.
Deze opmerking (iets toe te voegen aan dat wat de jongeren lezen) laat onverlet dat de thema’s zeker het lezen waard zijn. Vooral ook omdat zij het spanningsveld van onze tijd niet uit de weg gaan.
Omdat de apostel Jakobus ‘krasse uitspraken doet over het gebed’, is voor deze brief het thema Gebedsverhoring gekozen. Daarin wordt onder meer gezegd dat ‘Wie gelovig bidt wordt verhoord’ niet betekent dat als je gebed niet verhoord wordt, je geloof niet groot genoeg zou zijn. In diezelfde lijn ligt ook de opmerking in het thema bij Habakuk Bidden en Gods stem verstaan: ‘God hoort wel, maar doet niet per defi nitie wat wij willen of denken dat goed is.’
Inleidingen
Net zoals in de eerste uitgaven van de NBV wordt in de Jongerenbijbel ieder bijbelboek voorafgegaan door een inleiding. Die inleidingen lijken korter dan in de NBV. Maar dat is schijn, soms zijn zij zelfs iets langer (in aantal woorden). Wel lezen zij vlotter en onthoud je gemakkelijker wat over het betreffende bijbelboek te lezen is. Inhoudelijk zijn zij echter vrijwel gelijk aan de inleidingen in de NBV, ofschoon een enkele inleiding een nuance minder stellig lijkt. In de NBV wordt over de datering van het boek Jona bijvoorbeeld gesteld dat ‘veelal wordt aangenomen dat het boek Jona uit de 5e-3e eeuw dateert’. In de Jongerenbijbelstaat: ‘Hoewel er geen zekerheid is, wordt veelal aangenomen dat het boek Jona geschreven is in een latere periode (vijfde-derde eeuw v. Chr.).’ Maar over de vraag wie de auteur is van het boek Genesis, geeft de Jongerenbijbel eenzelfde antwoord als de NBV.
Met het oog op de inleidingen op de bijbelboeken is het is goed hoofdstuk 4.8 van het deputatenrapport (bijbelvertaling) De Bijbel als nieuw nog eens te lezen. Daarin staat onder meer: ‘De inleidingen die in veel edities aan de bijbelboeken voorafgaan, doen niet voldoende recht aan de Bijbel als Woord van God’ (p. 84). Maar om te zeggen dat de Jongerenbijbel niet voldoende recht doet aan de Bijbel als Woord van God, gaat te ver. In het hoofdstuk ‘Vooraf’ staat in het onderdeel Inleiding op de Bijbel: ‘Hoewel we te maken hebben met een verzameling boeken uit verschillende tijden en geschreven door verschillende auteurs, is de bijbel toch dat éne woord van God en vormen de boeken van de bijbel een verrassende eenheid’ (p. V25). En even later: ‘de bijbel is een verrassend veelkleurig geheel geworden’ (p. V28). Een verwijzing naar 2 Petrus 1 zoals in art. 3 NGB heb ik echter niet kunnen ontdekken.
Lijnen van Oude naar Nieuwe Testament
De rubriek ‘Beloofd is beloofd’ laat zien wat Gods beloften zijn. Je mag dus verwachten dat daarin lijnen getrokken worden vanuit het Oude naar het Nieuwe Testament. Wel, dat gebeurt ook. Bij Genesis 3:15 lezen we bijvoorbeeld: ‘De vervloeking (van de slang) werd een belofte van verlossing (door Jezus).’ En in het boek Jesaja staan heel wat van deze rubrieken: God belooft vergeving van zonden (1:18), een gouden toekomst (2:4), Immanuël (7:14), de Vredevorst (9:5). Heel concreet is de verwijzing bij Jesaja 25:6 (het feest voor alle volken) naar Openbaring 21:4 (de nieuwe aarde).
Heel mooi is de lijn in het thema bij Genesis God neemt het initiatief: ‘God sloot met Abraham en zijn nakomelingen een verbond. … Mensen falen keer op keer. Maar steeds neemt God het initiatief om mensen te redden. … Daarin ging hij zover dat hij mens werd, in Jezus, en zelf lijden en dood aanvaardde.’ Met die laatste woorden wordt tegelijk meer gezegd over de Drie-eenheid van God dan in het thema Wie is de heilige Geest?
Meelezen?!
Van de Jongerenbijbel waren ruim een maand na de presentatie al 30.000 exemplaren verkocht. En de verkoop van de inmiddels verschenen tweede druk loopt ook prima. Je vraagt je af wat er zo bijzonder is aan de Jongerenbijbel. Is dat de tekst van de Bijbel in de Nieuwe Bijbelvertaling? Het slappe kaft of de omslag naar je eigen keuze te veranderen? Zijn het de tekstverwijzingen die in andere uitvoeringen van de NBV tot dusver ontbreken? Of is het de hype, het gevoel erbij te horen? Zeker wanneer je op de EO-Jongerendag geweest bent. Natuurlijk spelen deze dingen mee, maar er is meer. Jongeren geven het zelf aan: in deJongerenbijbel worden dingen van en uit de Bijbel zo duidelijk uitgelegd! Je leest zo gemakkelijk mee! Doet u dat dan ook maar. Als vader en moeder, oom en tante, als opa en oma. Het is de moeite waard. Zo had ik een buitengewoon goed gesprek met mijn kleindochter (16) naar aanleiding van de eyeopener bij 1 Korintiërs 14:34: ‘Moeten vrouwen zwijgen in de gemeente? Dat is een goede vraag. Als je Paulus goed leest, is dat wel wat er staat. … Gelukkig zegt Paulus ook wel eens wat anders: in Galaten 3:28 zegt hij dat mannen en vrouwen één zijn in Christus. Daarmee wordt de gelijke positie van man en vrouw aangegeven.
Henk Bouwmeester