Een bijzonder welkom kind
Recensie (WegWijs maart/april 2008, jaargang 62, nr. 2)
Ruim een jaar geleden kwam dit boek uit. Een boek over Kars, een jongen met het syndroom van Down. Adrian Verbree voerde gesprekken met zijn ouders en met Kars zelf. Dit leverde een boek op, waarbij je op de ene bladzijde je tranen lacht en op de andere je tranen huilt.
Betrokkenen hebben allemaal de gave, de wereld met een dosis humor te bekijken.
Adrian Verbree weet dit ook nog feilloos in woorden uit te drukken. Hij beschrijft een stukje verwerking na de boodschap dat je kind gehandicapt is. Na een anonieme boodschap van een gemeentelid, dat zich afvraagt waarom de ouders dit lastige kind niet thuishouden uit de kerk. Tijdens de formele keuringsprocedure voor aangepast werk.
Aan de andere kant vertelt hij met veel humor over het aantal bemoedigende kaarten dat Kars aan zieken en rouwenden schrijft, en over zijn drang de preekstoel te beklimmen. Ik heb het voorrecht dat ik Kars en zijn ouders vanaf zijn geboorte ken, en daarmee ook de emoties die in elk verhaal gelegen zijn. Maar ook als je Kars niet kent zal dit boek opelijk herkenbaar zijn: hoe geven we een kind met een handicap een plaats in de gemeente, in de samenleving?
Hoe is het om een kind, een broer te hebben met het syndroom van Down?
Het is goed dat er in het voorwoord staat dat dit het verhaal over Kars is, niet over elk kind met dit syndroom. Kars functioneert zelfstandig en kan zich goed uitdrukken. Dit geldt niet voor al deze kinderen.
In een themanummer over handicap en geloof kan dit boek niet onbesproken blijven. Ik hoop dat veel lezers Kars leren kennen, hij is de moeite waard!
Martine Kwey-Haasdijk