
“Gelukkig, de feestdagen zijn voorbij.” Vermoeidheid? Teveel van het goede? Overbelasting?
Het begint half november al te kriebelen en de feestelijkheden stoppen pas na de laatste nieuwjaarsbijeenkomst. Tja, en zoveel weken van het ene evenement in het andere rollen kan als zo’n opgave ervaren worden dat je blij bent als het weer volbracht is. Zelfs de saaie sombere februarimaand zal je dan als een verademing toelachen!
Maar voor nu is het dus voorbij en kunnen we de balans opmaken.
‘Voorgangers worstelen met hun kerstpreek’ kopte het Nederlands Dagblad half december. Het schijnt ieder jaar weer een uitdaging te zijn. Gasten moeten niet pas volgend jaar kerst weer terugkomen maar volgende week. Het wordt op prijs gesteld om het overbekende en vertrouwde kerstverhaal te horen. En dan wil je er ook nog mee bereiken dat iedereen die de kerk uitgaat beseft wat Kerst is en waarom we het kerstfeest vieren.
Dat laatste is trouwens lastig voor ons allemaal. Er is zoveel ruis van allerhande toeters en bellen, die laatste dagen van het jaar, dat waar het met Kerst echt om gaat al gauw ondergesneeuwd raakt. Er valt niet tegenop te concurreren!
Eigenlijk geldt het voor elke zondagse kerkdienst dat de concurrentie groot is. Moet je niet verschrikkelijk ‘heilbegerig’ zijn om de moeite te nemen om naar de kerk te komen terwijl er elders zoveel ander vermaak is, vermaak dat zijn duizenden verslaat? Moet je de uitdaging aangaan, met het risico op vermoeidheid, te veel van het goede, overbelasting. Zodat je zelfs kunt verlangen naar een ‘saaie’ dienst.
Maak de balans eens op waarom jij elke zondag je jas aan trekt om naar de kerk te gaan.
Riet Steenbergen.