Geschiedenis van kerken in Nederland
Recensie (WegWijs november/december 2009, jaargang 63, nr. 6)
Denk alle oorlogen weg en je kunt de geschiedenisboekjes wegdoen. Denk alle strijd die er door de eeuwen heen gevoerd is in de kerken weg, en je houdt ook geen kerkgeschiedenisboeken meer over.
Dat had de schrijfster van bovenstaand boek in elk geval veel monnikenwerk bespaard. Want wat een klus heeft ze met dit boek geklaard! De tijd van de eerste christenen tot aan de Reformatie krijgt eerst aandacht. Daarna wordt er per kerkgenootschap (in totaal zes) beschreven wat de ontwikkelingen zijn vanaf het ontstaan tot nu toe. Vooral dit laatste voorziet in een leemte. Wel waren er onder andere publicaties van ds. C.G. Bos in samenwerking met drs. W.A.E. Brink-Blijdorp, maar pakweg de laatste twintig jaren zijn daar niet in beschreven. Overigens heeft Jetty van Middelkoop wel dankbaar gebruik gemaakt van deze publicaties. Verder heeft ze veel mensen ingeschakeld uit de diverse kerkgenootschappen zelf. ‘Onze’ Commissie Bijbelstudieuitgaven (CBU) heeft een rol gespeeld bij de vragen en bespreekpunten die aan het eind van het boek zijn opgenomen. Hierdoor zijn de gebruiksmogelijkheden vergroot: niet alleen individueel maar ook in groepsverband kun je een hoofdstuk of een thema ter hand nemen.
Het laatste hoofdstuk beschrijft bijvoorbeeld de evangelische beweging. Ik kan me zo voorstellen dat je juist zo’n actueel onderwerp op een bijbelstudievereniging behandelt. De schrijfster toont aan dat de verschillende stromingen uit de evangelische beweging ontstaan zijn uit reactie op ontwikkelingen in de kerken: starheid, gebrek aan levensheiliging en bezield geloof, verstandelijke redeneringen. Ze geeft aan dat er veel variëteit is binnen de evangelische beweging. Ook zet ze uiteen wat de bezwaren zijn die van orthodox-christelijke kant hiertegen ingebracht worden. Maar daarnaast geeft ze op objectieve wijze weer dat men van elkaar kan leren. Deze houding kenmerkt het hele boek.
De lezer kan zelf zijn conclusies trekken in hoeverre een bepaalde ontwikkeling positief of negatief is. Dit geldt, om maar iets te noemen, voor de Mariaverering, pauselijke uitspraken en de mogelijkheid van heiligverklaring in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar ook voor het ontstaan van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Er wordt door de schrijfster wel weergegeven wat de knelpunten waren, maar ze laat de lezer meedenken in plaats van een vermanende vinger op te heffen.
In het jaar dat de eerste mens een voet op de maan zette, liepen wij als kinderen met bibliotheekbonnetjes voor de Theologische Hogeschool in Kampen. Ik weet nog dat een van onze gemeenteleden vanaf het bovenhuis naar beneden riep: ‘Laten ze eerst dat rommeltje in Kampen maar eens opruimen…’
Ik heb het gevoel dat er wel het een en ander aan puin geruimd is sinds die tijd. Er is onder de orthodoxe kerkgenootschappen verlangen naar eenheid. De grotere kerkgenootschappen gingen daarin voor, wat leidde tot de Protestantse Kerk Nederland. De ontwikkeling die deze kerkgenootschappen hebben doorgemaakt, wordt uitvoerig beschreven. Ook hier weer: grondig, gedegen, waarbij zowel de opvattingen van moderne theologen als de positie van bijvoorbeeld de Gereformeerde Bond uitgebreid aan de orde komen.
Voor iemand die zijn wortels heeft in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), is het hoofdstuk over de laatste ontwikkelingen binnen dit kerkgenootschap natuurlijk interessant. Veel wordt genoemd: ds. Hoorn, de International Conference of Reformed Churches (ICRC), discussies over sabbat en zondag, vrouwenkiesrecht, liturgische veranderingen, bijeenkomsten onder de naam ‘Gods Geest werkt’, de Gereformeerde Kerken (hersteld).
Op bepaalde vragen geeft dit boek geen antwoord. Zo vraag ik me al jaren af waarom wij als vrijgemaakten ons in 1944 niet bij de Christelijke Gereformeerde Kerken hebben aangesloten. Uiteindelijk bleken die toch het gelijk aan hun zijde te hebben waar het gaat om hun bezwaren tegen de leer van Abraham Kuyper over de veronderstelde wedergeboorte.
Dit boek lees je niet in een paar avonden uit. Vanwege de recensie en ook omdat het me boeide, ben ik erdoorheen gekropen. Het rendement heeft zich de afgelopen weken al aangediend bij het lezen van het Nederlands Dagblad. Een aantal keren las ik kerkelijke berichtgeving waarbij ik dacht: daar heb ik nou net wat over gelezen… De kerkgeschiedenis gaat door. Aan dit boek zullen over pakweg tien jaar alweer hoofdstukken toegevoegd kunnen worden. Als we de vaste grond maar blijven zien waarop de kerk van alle tijden al eeuwen rust!
Martine Kwey-Haasdijk