Het is deze maand vijf jaar geleden dat pater Frans van der Lugt werd vermoord bij het klooster in het hartje van Homs. Pater Frans werd die dag uit zijn woning meegenomen door gewapende mannen en geslagen. Voor zijn woning werd hij door het hoofd geschoten. De jezuïet Van der Lugt (75) woonde bijna vijftig jaar bij het klooster in Homs, waar hij mensen opving met een beperking. In de jaren voor zijn dood lag die stad in oorlogsgebied. De pater zag zijn buurt verwoest worden en hij leed honger, maar weigerde Homs te verlaten.
De geschiedenis van pater Frans is een inspirerende kroniek. Zijn relaas is dat van een man, die weigert zijn van God gegeven opdracht te verzaken. Deze priester uit de orde van de jezuïeten woonde en werkte sinds 1976 in de islamitische wereld. Eerst in de Syrische stad Aleppo, van 1987 tot 1993 in Damascus en vervolgens in Homs, waar hij onderwijs gaf en onderdak verleende aan geestelijk zwakkeren. Pater Frans kreeg in Al-Qusayr, 35 km buiten Homs, een stuk land van vijftig hectare ter beschikking van de Syrische overheid waar hij groente op verbouwde en een wijngaard had met een productie van 50.000 flessen per jaar.
In 2011 vestigde Van der Lugt zich in het jezuïetenklooster in de christelijke wijk Bustan al-Diwan in Homs. Ondanks de burgeroorlog weigerde de katholieke geestelijke om Homs te verlaten, hij wilde dienstbaar blijven aan de samenleving: zowel christenen als moslims.
Als hij ergens van doordrongen was, was dat wel door het verlossende werk van Jezus. Dagelijks getuigde hij daarvan tijdens de mis – wat je ook van de mis vindt, gaat daar wel een krachtige boodschap uit in een wereld dat zo verscheurd wordt een volk dat tegen zichzelf in opstand komt. Elke dag klonk in het klooster in Bustan al-Diwan woorden van hoop en van troost.
Ieder etmaal klonken woorden van een Man wiens leven ook heel gruwelijk eindigde. Hij zag zijn lijden en dood aankomen. Dat maakte Hem vreselijk bang. En toch ging Hij door. Hij zocht mensen op, bevrijdde hen. Hij bleef maar liefhebben en liefhebben en liefhebben. Pater Frans was daarmee een afgezant van zijn Koning.
Van der Lugt woonde al vijftig jaar in Syrië. Het Nederlandse staatshoofd, zowel koningin Beatrix als koning Willem-Alexander, heeft hij nooit gezien. Desondanks riep hij de onderdanen van Oranje regelmatig op om het verscheurde land te helpen. Zijn hemelse Koning heeft deze jezuïet ook nooit gezien, tot die dag dat pater Frans werd vermoord.
Ik stel het me zo voor dat deze christen diezelfde dag in het koninklijke paradijs werd binnengelaten. Thuis geroepen als ambassadeur. Zijn diensttijd was voorbij.
Een afgezant van de Koning. Het is dus mogelijk om namens die Koning-knecht liefde uit te delen op plekken waar dat het hardst nodig is. Met de komende koningsdag voor de deur denk ik aan deze Koning.