Lezen: Jakobus 1:19-27
Ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. (Jakobus 1:19)
Als je een opvliegend karakter hebt of houdt van praten, is bovenstaand vers geen gemakkelijke opgave. Kunnen luisteren is een langzame deugd, en maar weinig mensen bezitten die. In plaats van zelf begrepen te worden eerst de ander willen begrijpen.
Tijdens huwelijkscursussen hebben ze daar een handige truc voor: de zakdoek methode. Als je een gesprek met elkaar voert waarin je elkaar moeilijk kunt begrijpen, neem je een zakdoek. Degene die de zakdoek in zijn hand heeft, mag als eerste spreken. Pas als deze persoon zich begrepen voelt, mag de partner de zakdoek overnemen en zijn of haar zegje doen.
Het blijkt een beproefde methode om te leren luisteren. Bij luisteren moet je je tong afbijten voordat die zich roert. Enige haast is daarbij geen overbodige luxe, want voordat je het weet is die tong je alweer voor. Dan produceert je mond woorden, terwijl het beter is stil te zijn. Haasten gaat vaak vanzelf. Als je die ondeugd nu eens leert toepassen bij luisteren, kan er uit iets negatiefs iets positiefs voortkomen. Misschien kun je elke keer als die haast je weer grijpt, je haasten om stil te staan en je oren te openen.
Wat zou er dan veranderen?
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)