
Vrede. Afwezigheid van oorlog. Dat klopt voor ons al ruim 75 jaar. Hoewel oorlog sinds vorig jaar wel erg dichtbij is gekomen lijkt het erop dat het ‘nieuwtje’ er een beetje af is. Hoe raar het ook klinkt, het went en je gaat over tot de orde van de dag. Pas als je weer een akelig bericht hoort of ziet wordt je er weer aan herinnerd. Zo gaat dat vaak, toch?
Wij waren vorige week bij het Nationaal Ereveld Loenen op de Veluwe, de laatste rustplaats van bijna 4000 burgers: verzetsstrijders, Engelandvaarders, politieke gevangenen en militairen die tijdens WO II of gewelddadige conflicten daarna om het leven kwamen.
Terwijl we langs de graven liepen viel mij meteen het geboortejaar van de overledenen op, meestal tussen 1900/1910 en 1925. Mijn vader was van 1921 en zat tot over zijn oren in het verzet; het hadden zijn kornuiten kunnen zijn. Hij had daar in principe begraven kunnen liggen, amper 20 jaar oud. Het was geen groots avontuur. Net de liefde van je leven tegen het lijf gelopen heb je immers wel wat anders te doen dan te gaan vechten. Zaken van leven en dood, van principe dat onrecht bestreden moet worden., keuzes maken en duivelse dilemma’s oplossen. ‘Wij waren geen helden’, zei hij wel eens. ‘Voor elke actie waren we doodsbang, maar we gingen toch!’. Degenen die daar onder die stenen begraven liggen hebben de oorlog niet overleefd. Hij wel. Maar hij heeft het zijn leven lang met zich mee moeten zeulen.
Op het ereveld ontdekten we verschillende monumenten: hier een beeld, daar een groot wit kruis, verderop 7 witte kruisen die verwezen naar begraafplaatsen in Indonesië. Een grote kuil waar een schaal onze aandacht trok bleek een monument voor de onbekende verzetsman te zijn. Ook voor pa dus. Er stond in gegrafeerd: Den Vaderlant ghetrouwe.
Toen wij zondag in de kerk het Wilhelmus zongen raakte het mij meer dan anders; ik dacht aan deze schaal en met ontroering aan pa en al die andere jonge jongens en meisjes, die hun leven hebben ingezet voor de vrijheid, die hun toekomst op het spel zetten en er voor zijn gestorven.
In het herdenkings- en educatiecentrum kregen we uitleg over de sinds 194 bijna 200 humanitaire- en vredesmissies waar Nederland aan mee heeft gedaan. Soms met duizenden, een andere keer met maar één of twee mensen. Over de hele wereld, in internationaal verband, om te helpen en te delen. In gevaarlijke situaties, bij ontregelde toestanden, waar dingen gemakkelijk mis kunnen gaan. Voordat deze mannen en vrouwen op missie gaan wordt hun gevraagd of zij eventueel begraven willen worden in Loenen. Heftig!? Jazeker, en toch gaan zij. Om trots op te zijn; ook deze mensen verdienen waardering. 4 en 5 mei zijn daar goede gelegenheden voor!
Tenslotte een tip: ga eens voor je spiegel staan en zie hoe een bevoorrecht mens er uit ziet.
Riet Steenbergen.