Recensie (WegWijs juli / augustus 2015, jaargang 69, nr. 4)
‘In de zoektocht naar identiteit zijn jongeren meer dan ooit overgeleverd aan zichzelf, terwijl de wereld om hen heen steeds ingewikkelder en minder overzichtelijk wordt (…). Het is niet (meer) vanzelfsprekend dat zij thuis, in de kerk en op school leren om van hart tot hart met anderen te spreken. Levenswijsheid wordt steeds minder overgedragen van de ene generatie op de andere, maar wordt verschraald tot informatie via het loket Google.’ Dit zei Els van Dijk in een interview in het Friesch Dagblad over haar in 2011 verschenen boek “De hunkerende generatie”.
Als moeder van tieners heb ik dit boekje gelezen en was ik ook benieuwd naar haar nieuwe boek ‘Oefenen in verlangen’.In zekere zin herhaalt Van Dijk haar boodschap dat jongeren behoefte hebben aan authenticiteit en echtheid. Zij willen zien dat het geloof iets doet met mensen. Het bouwen van een boot begint met het verlangen naar de zee. Als we willen dat jongeren een boot van geloof bouwen, zullen we het verlangen naar God moeten laten zien. Dit kan alleen als we zelf dit verlangen uitdragen.
Docenten en opvoeders moeten zelf een verhaal zijn (blz 109) een leesbare brief zoals in 2 Korinthe 3 staat. Dit kost tijd en liefde. Van Dijk stelt voor om vragen te stellen in plaats van antwoorden en de jongeren de ruimte te geven om zichzelf te ontdekken en zich te ontwikkelen (blz 99). In zoverre biedt het boek niet echt nieuwe inzichten, maar is het reden tot zelfonderzoek en kan een goed startpunt zijn voor het gesprek over ons eigen oefenen in verlangen.
Charlotte Scholtens-de Vries