Recensie (WegWijs september / oktober 2012, jaargang 66, nr. 5)
Lewis zet enkele kernpunten van het christelijk geloof uiteen, ook met het oog op wie hiermee nog niet bekend is. In dit opzicht is de auteur ‘ervaringsdeskundige’, want hij heeft zich op latere leeftijd van het atheïsme bekeerd tot het christelijk geloof. Het knappe aan dit boek is dat het Lewis lukt niet te verzanden in discussies die christenen onderling scheiden. Verder is hij goed in staat om onderwerpen op een eenvoudige manier uit te leggen, vaak door middel van vergelijkingen uit het dagelijks leven.
Het boek heeft vier delen. Deel I behandelt de moraal die in de schepping ligt als een aanwijzing dat er een persoonlijke God en schepper is. In het tweede deel trekt hij de lijn van deel I door: als we geloven dat er een God is, wie is Hij dan? In het derde deel behandelt de auteur de christelijke ethiek. Vooral dit deel heeft mij aangesproken. In deel I (en in mindere mate in deel II) heeft zijn argumentatie nogal eens een ‘update’ nodig, doordat er sinds het verschijnen van dit boek heel wat is gebeurd. Je vraagt je af wat hij in deze tijd zou hebben geschreven. Deel III is meer tijdloos en prikkelt de lezer over zichzelf na te denken. In deel IV schrijft Lewis over de drie-eenheid. Al lijkt het onderwerp theoretischer en abstracter, hij slaagt erin om de betekenis van de drie-eenheid voor het leven van christenen te benadrukken.
Een punt van kritiek: het boek zou nog beter zijn als er bijbelverwijzingen in zouden staan, zodat de lezer in staat is relevante bijbelgedeelten na te slaan. En waarom dan niet direct een tekstregister, trefwoordenregister en besprekingsvragen?
Wellicht dat een van deze wensen in de pas verschenen (paperback)uitgave (€ 19,90) vervuld is.
Michiel Louter