Lezen: 1 Petrus 1:13-21
En aangezien u hem die iedereen beoordeelt naar zijn daden, zonder aanzien des persoons, Vader noemt, moet u tijdens uw leven als vreemdeling ook ontzag voor hem hebben.
1 Petrus 1:17
Wie ergens vreemd is, voelt de druk om zich aan te passen. Wil je erbij horen in je nieuwe omgeving, dan is dat nodig. Als Nederlanders verwachten we dat ook van mensen die zich bij ons vestigen. Daarom is het maar goed dat Petrus op het tegengestelde aandringt. Als navolger van Christus moet je je niet aanpassen, maar weten wie echt je manier van leven bepaalt. Ook als je gewoon je plek binnen deze wereld inneemt. Heb ontzag voor de grootste rechter. Tegelijk komt die rechter heel dichtbij. Je noemt Hem Vader. In onze verhoudingen kan dat niet: dat zou de schijn oproepen van onzuivere beoordeling, als een vader zou rechtspreken over zijn zoon. Bij God komt dat niet in mindering op zijn onpartijdigheid. Dat hangt samen, laat Petrus zien, met het volmaakte offer van Christus. Gods volmaakte liefde tast het recht niet aan.
Dat helpt je om je koers te bepalen. Ga je je aanpassen aan je omgeving of blijf je als kind van God jezelf? Ben je onder de indruk van je omgeving of heb je allereerst ontzag voor Hem die als de Heilige trouw is aan zichzelf en zo redding brengt. Durf vreemdeling te blijven.