Recensie (WegWijs maart/april 2007, jaargang 61, nr. 2)
Albert Y. Hsu schreef zijn boek Rouwen om zelfdoding vier jaar na het overlijden van zijn vader, die zelf door wurging een einde aan zijn leven maakte. Deze deed dit nadat hij drie maanden ervoor een beroerte had gehad en in een depressie was geraakt. Hsu stelt dat hij, door zijn verhaal te vertellen, erachter kwam dat velen ‘overlevenden’ zijn, d.w.z. in hun directe omgeving met zelfdoding geconfronteerd zijn. Te weten dat je er in dit trauma niet alleen voor staat, kan troostvol werken. Hsu noemt het terecht een trauma. Een gewoon overlijden brengt rouw met zich mee, een zelfdoding traumatische rouw. De schrijver beschrijft een aantal reacties die kunnen voorkomen, zoals ontkenning, schuldgevoel, woede en schaamte.
Andere onderwerpen die in dit boek ter sprake komen, zijn: manieren van gedenken, de waaromvraag (hierbij worden ook bepaalde theorieën besproken), en de vraag of zelfdoding een onvergeeflijke zonde is. Evenals Elly den Herder gaat Albert Hsu in op de manier waarop in de (kerk)geschiedenis en in de Bijbel over zelfdoding wordt geoordeeld.
Dat Hsu theoloog is, geeft een meerwaarde aan dit boek. Zo schrijft hij dat de Bijbel de dood als vijand beschouwt, het gevolg van de zondeval. Maar Jezus heeft de dood overwonnen. God is de God van sjalom. Tegelijkertijd zegt Hsu dat God ook in pijn aanwezig is. Dat neemt niet alle vragen weg, maar biedt wel troost. ‘We zullen nooit helemaal genezen. We dragen de littekens immers altijd met ons mee. Maar het rouwproces dat in ons gaande is geweest, zal ervoor zorgen dat we Gods genade beter zullen ervaren.’
In het hoofdstuk ‘de helende gemeenschap’ beschrijft Hsu hoe buitenstaanders een rol kunnen spelen in het genezingsproces van een nabestaande. Hij wijst hierbij ook nadrukkelijk op de gemeenschap van de kerk. Evenals Elly den Herder haalt Hsu het deelnemen aan een gespreksgroep voor nabestaanden van zelfdoding naar voren. Verder staan er enorm veel citaten in dit boek. Erg waardevol om op je in te laten werken, maar te veel om ze in deze recensie te gebruiken.
Ook in dit boek adressen en websites van Nederlandse hulpinstellingen, en een lijst met noten. Anders dan bij Elly den Herder citeert Hsu vooral Engelstalige schrijvers. Gezien zijn Amerikaans-Chinese achtergrond niet verwonderlijk.
Martine Kwey-Haasdijk