Over eigentijds gereformeerd zijn
Recensie (WegWijs juli/augustus 2008, jaargang 62, nr. 4)
Laat ik maar dadelijk met de suggestie uw aandacht binnen vallen. Zeker wanneer u nog op zoek bent naar een paar onderwerpen voor het komende verenigingsseizoen. Het boek van ds. Gunnink Thuis in Gods huis is een perfect werkboek om gemeentebreed te lezen en om door te spreken over de veranderingen binnen de GKv. ‘Om een brug te slaan naar de jongeren en met het oog op de toekomst.’
Dat het een en ander is veranderd binnen de GKv is een feit. Deputaten dienst en recht spreken in hun rapport aan de synode over een paradigmaverandering, een verandering van denkkader: al meer kerkleden en kerken gaan met al meer zaken anders om dan we in de jaren daaraan voorafgaand hebben gedaan. Ds. Gunnink zegt het zo: de manier waarop wij uit onze bron, de Bijbel, drinken is veranderd. Preken leggen andere accenten dan voorheen. En hoe wij onze geloofsbelijdenis beleven en invullen in de praktijk is ook anders geworden. Kernwoorden als antithese, ware kerk, cultuuropdracht, doorgaande reformatie, enz. hebben niet langer een hoge plaats op de agenda. Nieuwe woorden kwamen ervoor in de plaats:missionaire gemeente zijn, ervaring, aanbidding en zo nog een paar. Veranderingen geven vaak onzekerheid, onrust, verdeeldheid. Brengen mensen in verwarring. Gewone kerkleden evengoed als predikanten. Sommigen menen zelfs dat mensen vervreemden van hun eigen kerk.
Moet je, zo vraagt u zich misschien af, veranderingen dan wel gemeentebreed bespreken? Zeker wel. En dat kan ook wanneer het gesprek ‘een ontmoeting is aan de voet van het kruis’, en je de kerk van bovenaf bekijkt. Dan zijn de veranderingen die in de zes hoofdstukken van het boek genoemd worden niet verwarrend of bedreigend. Meer nog, dan zult u ervaren ‘dat veranderingen horen bij een levende kerk’. Ik geef u een indruk met een greep uit de honderden regels die ik in het boek aanstreepte vanwege hun bijzondere zeggingskracht.
1 Ik is belangrijker geworden
Daaraan zit wel het risico dat je bescheidenheid afleert en meer met jezelf dan met God bezig bent. Je mag best aandacht voor ik hebben, als Christus maar in het midden blijft staan. En je niet op jezelf gericht bent, maar op God en op zijn genade. Dat vraagt dus om een voortdurend gebed om nederigheid.
2 De beleving is belangrijker geworden
Leer en beleving zijn elkaars tegenpolen. Zuiverheid van leer is niet hetzelfde als een doorleefd en levend geloof. En geloofservaring is er steeds op uit meer van Gods genade te ontdekken. Daarom moet je je aandacht niet fixeren op jouw lege hand, maar op de volheid van Christus. Bedenk daarbij vooral dat God meer wil dan je aanraken, Hij wil in je wonen.
3 Er is meer openheid naar andere christenen
De woorden ‘ware kerk’ hoor je bijna nooit meer. Aan de andere kant bezien is de indeling die eertijds gemaakt werd niet goed: zij die de goede keus deden (wij dus) en alle anderen die dat niet deden. We praten nu minder over de fouten in andere kerken, er is meer nadruk gekomen op het goede, de herkenning. Echt kerk zijn heeft te maken met ruimhartig kunnen omgaan met verschillen. Durf weer enthousiast te zijn over de kerk en de mooie dingen die daar gebeuren. Dat werkt aanstekelijk en opbouwend. Het kerkbesef mag dan zijn afgenomen, des te noodzakelijker is het geworden het gemeentebesef te laten groeien.
4 Er is meer aandacht gekomen voor de heilige Geest
Calvijn wordt de theoloog van de heilige Geest genoemd. En toch doen gereformeerde mensen zich vaak tekort als het gaat over de gaven van de Geest. Dat is niet goed. Meer van de Geest betekent dat je meer op Christus gericht bent. Gods Geest is de koesterende aanwezigheid van God, 24 uur per dag en zeven dagen van de week. Een mensenleven lang. Je maakt je geloof zwak wanneer je je opsluit voor een heilig ogenblik. De wereld van kerk en geloof wordt dan gemakkelijk een schijnwereld.
5 Christenen zijn veel opener geworden naar niet-christenen
We hebben in onze tijd weinig meer met de antithese. Wij zijn enthousiast geworden in het genieten van wat deze wereld te bieden heeft. Hoewel wij allochtonen zijn in deze wereld zijn wij cultuurminded geworden. En wij willen nauwelijks iets missen van wat de wereld te bieden heeft. Minder antithese heeft ook een voordeel: als je je opsluit, weet je op het laatst niet meer hoe rijk je bent! Bedenk wel dat wij goud in onze handen hebben. Toen ik dit las moest ik denken aan wat iemand onlangs zei: ‘Mensen die rijk zijn, willen graag laten zien dat zij rijk zijn. Als zij dat niet kunnen, zijn het maar arme rijken.’ Leest u voor ‘rijk zijn’ eens ‘geloven’!
6 Hoe wij onze belijdenis ervaren
Het mag dan zo zijn dat wij onze belijdenis nu anders ervaren dan voorheen. Toch mag ik bij alle veranderingen en verschillen in geloofsbeleving hetzelfde geloven als Abraham, David en Paulus. Als mijn opa en mijn moeder. Terugkijken in de geschiedenis van de wereldkerk leert mij mijn krampachtigheid af. En veranderingen brengen me niet in verwarring. Want een gemeente die leeft, is een gemeente in beweging. Een gemeente die steeds vernieuwd wordt. Door Gods Geest. Daar voel ik me pas thuis. En dat geef ik aan mijn kinderen door. Thuis in Gods huis betekent: mijn huis een Godshuis. Zo kan de gemeente missionair zijn. Niet omdat het moet. Je bent het gewoon! Echt een boek om het komende seizoen als gemeenteproject of hoe dan ook mee te starten (zie ook het kader). De tips en gesprekspunten aan het eind van ieder hoofdstuk zullen ongetwijfeld een geweldige hulp zijn bij het overdenken en doorspreken van het hoofdstuk. Ten slotte nog dit: kerkenraden, neem voor het gemeenteproject gerust de leiding. Om een brug te slaan tussen jong en oud. En met het oog op de toekomst!
Thuis in Gods huis als gemeenteproject
Ds. Gunnink schrijft daarover:
Henk Bouwmeester