Het leven met een handicap in de altijd aanwezige schaduw van God
Recensie (WegWijs maart/april 2008, jaargang 62, nr. 2)
Annelot is vanwege haar zware lichamelijke handicap altijd en in veel opzichten afhankelijk van anderen. Toen ze in 1961 geboren werd, was er over haar handicap (spasticiteit) nog niet veel bekend. Ze is thuis nogal beschermd opgegroeid in een liefdevol gezin. Wanneer ze als tiener ontdekt dat anderen zoveel meer kunnen dan zij, begint haar gevecht om te leven en te overleven. Een heel belangrijke drijfveer is tegelijk voor haar de gelijkenis van de talenten. Na haar schooltijd doet ze haar uiterste best om zo zelfstandig mogelijk te wonen en te functioneren, en ze wil ook verder leren. Haar moeiten worden weliswaar beloond, maar het kost heel veel inspanning en tijd. Al biedt onze maatschappij ook voor mensen met een handicap veel mogelijkheden, in het dagelijks leven stuit je zomaar op allerlei, vooral praktische problemen. En dat levert vaak een zoveelste pijnlijke ervaring op.
Na een aantal jaren is Annelot moe van het leven, moe van alle strijd die ze op diverse fronten heeft moeten leveren. In die donkere tijd overlijdt haar moeder en dan wil ze zelf ook niet verder leven. Ze overweegt suïcide, maar durft het toch niet aan en een plan voor euthanasie wordt gemaakt. Maar God is er ook nog en Hij beslist blijkbaar anders. Mensen in haar omgeving, o.a. haar predikant, stimuleren haar sterke kanten, met als resultaat dit boek met haar levensverhaal. In het boek trof me met name hoe eerlijk de schrijfster is over haar gevoelens. Niet alleen die van seksuele aard, maar ook die ten opzichte van allerlei hulpverleners en medestudenten, en vooral haar ouders. Ze verwijt de laatsten hun overbezorgdheid niet, maar toch lees je tussen de regels door dat ze zich tekortgedaan voelt. Dat werd een belangrijke reden voor haar om zich telkens weer te bewijzen. Dat stempelt ook haar houding tegenover haar Schepper: geen verwijten, maar ze zal wel eens laten zien wat ze voor Hem wil betekenen. Je kunt Hem toch niet dienen met niksen? En Hij zal immers ook haar aan het eind van haar aardse leven vragen wat ze voor Hem gedaan heeft, dan moet ze toch een goed antwoord kunnen geven?
Ze laat haar lezers weten hoe opgelucht ze is, nu ze haar geschiedenis verteld heeft. Ze mag op God blijven vertrouwen. Ze heeft niet alleen haar levensverhaal eerlijk en onopgesmukt neergezet, maar ze weet je als lezer door haar aansprekende manier van schrijven ook mee te slepen.
Marja Zwikstra-de Weger