Lezen: Ester 3:7–11
‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, ons en onze kinderen!’ Matteüs 27:25
Een bijzonder volk
Ester is ongeveer vijf jaar koningin als Haman besluit om de goden te raadplegen. Het lot (poer) werpen betekent dat hij een geluksdag zocht voor zijn plan om de Joden uit te roeien. Nadat hij dat heeft gedaan gaat hij naar de koning die hij met allerlei vreemde argumenten overtuigt. Haman krijgt toestemming om te doen wat hij wil. Ahasveros geeft hem zelfs zijn zegelring.
Dat de Joden door Haman als een lastig volk worden gezien is niet uniek. Ook niet dat dit leidt tot geweld tegen hen. Denk maar eens aan de kruistochten of de wereldoorlogen. Hoe kan het toch dat de Joden niet met rust worden gelaten? Zou dat komen door hun levensstijl en wetten? Ze schijnen ook vaak goede zakenmensen te zijn en dat kan de nodige jaloezie opwekken. Dit zijn uiteraard geen argumenten om een volk uit te roeien, maar de realiteit getuigt van het tegendeel. Ook christenen hebben er hun steentje aan bijgedragen. Bijvoorbeeld door de te stellen dat slechts de kerk het nieuwe Israël is en de Joden schuldig zijn aan de moord op Jezus. Op basis van Matteüs 27 is geweld tegen hen vaak gerechtvaardigd. Ze hebben het toch over zichzelf uitgeroepen? Deze argumenten zijn net zo vreemd als die van Haman, maar het is des te erger als christenen dit op de Bijbel baseren.
Hoe kijk jij tegen het Joodse volk aan?
Zingen: Psalm 94:4, 7
(Door Almatine Leene, Kracht voor elke dag – bijbelsdagboek 2015, Uitgeverij Vuurbaak)
Jezus was een Jood
Een oprechte Israëliet
Overwon de dood
Vreemd als iemand dat niet ziet
Uit Gods volk kwam Hij
Die het kwade overwon
Ook voor jou en mij
En met ons opnieuw begon
Broers van onze Heer
Zegen je, en heb je lief
Misschien wel te meer
Omdat je anders Jezus grieft
(door Anne Lies Mossel-de Kievit, volg Anne Lies op Facebook)