Lezen: Ester 1:10-12
Begeert de koning uw schoonheid, buig voor hem, hij is uw heer.
Psalm 45:12
Het is de allerlaatste dag van het feest en iedereen neemt het er nog even van. De koning zelf ook. Zijn ‘vrolijke’ stemming betekent niets anders dan dat hij een glaasje te veel ophad. En dan is de kans groot dat je niet meer helemaal verstandig nadenkt bij wat je doet en zegt.
Ahasveros besluit in zijn dronken bui om zijn vrouw te showen. Ze is nu eenmaal mooi, en er is toch niets mis mee om anderen daarvan mee te laten genieten? Hij geeft aan maar liefst zeven (!) van zijn dienaren de opdracht om de koningin te gaan halen. Deze mannen waren overigens eunuchen, want alleen zo wist de koning zeker dat hij alle vrouwen die op het paleis rondliepen voor zichzelf had. Maar hoeveel dienaren de koning ook stuurt, Wasti weigert. Er staat in de tekst niet waarom. Mogelijk druiste het tegen de Perzische norm in om te verschijnen bij een publieke bijeenkomst van enkel mannen. Of ze wilde niet in de jolige sfeer voor een groep mannen verschijnen alsof ze een stuk vlees was.
In elk geval moet ze heel bewust de keuze hebben gemaakt, want al ben je de koningin, je weet dat je de koning niets kunt weigeren. En daarom is ze hoe dan ook dapper te noemen. Helemaal omdat deze stap haar duur komt te staan. Maar dat maakt haar wel extra mooi.
Wat vind jij van het besluit van Wasti?
Zingen: Psalm 49:2
(Door Almatine Leene, Kracht voor elke dag – bijbelsdagboek 2015, Uitgeverij Vuurbaak)
Schoonheid is een mooi geschenk
Een eer, een rijke zegen
Maar ook een vloek wanneer je pronkt
Met wat je hebt gekregen
Wanneer het mooi zijn álles wordt
Je doel in heel het leven
Dan doe je zeker Hém tekort
Die jou dit wilde geven
Mijn lichaam is geen schilderij
Dat ieder kan bekijken
Mijn lichaam is van jou en mij
Daar wil ik niet van wijken
Wat God mij geeft, is zoveel meer
Dan wat je ziet van buiten
En ik bewaar voor Hem mijn eer
Al zal ’t op weerstand stuiten
(door Anne Lies Mossel-de Kievit, volg Anne Lies op Facebook)