In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.
Twee jaar geleden heb ik er een nagemaakt. Een kribbe. Er woonde een tijdje een meisje bij ons die niets wist van kerst. Zeven jaar was ze en we maakten samen een kribbetje van een wijnkistje. We legden er stro en hooi in en ik wikkelde een pop in een luier. We lazen het kerstverhaal en zetten de dieren rond het kribbetje. Een koe, een ezel, schapen en geiten. Als het laat in de middag donker werd staken we de lichtjes aan. Zacht viel het over het poppengezichtje.
Soms herschikte ik de luier, terwijl dat niet nodig was. Tilde ik het kindje even op. In een poging te voelen hoe klein en kwetsbaar Jezus kwam. ‘Ze wilden Hem niet hebben in dat dorp’ zei onze kleine gast. ‘Wij wel hoor’, zei ze er troostend achter aan.
Deze kerst maken we weer een kribbe. We hebben dit jaar andere kindjes die ook niets van kerst weten. Maar ik doe het vooral voor mezelf.
‘Hoe wil ik U ontvangen? ‘Hoe wilt U zijn ontmoet’? Had ik plek gemaakt voor u als ik de waardin was geweest in Bethlehem? Maak ik nu plek voor U? Niet alleen symbolisch door dat kribbetje, maar ook echt?
Welke plek krijgt U in mijn leven Kindje Jezus? Ook straks na Kerst? Als ik de ‘kribbe’ weer opruim en er bloeiende narcissen en tulpen voor in de plaats zet?
Laat het de eerste plaats zijn, alstublieft, Here Jezus, altijd de eerste plaats!
Deze meditatie is geschreven door Anja van Maanen-Hoekman.