Lezen: Psalm 4
Geef mij ruimte als ik belaagd word. (Psalm 4:2)
David roept hier om ruimte. Zijn focus ligt niet op zijn belagers, maar op God die voor een uitweg kan zorgen. Hoe vaak doe je het niet andersom: je richt je op de inperkende situatie in plaats van op de ruimtegevende God. Dit is de God die bergen en dalen, hoogtes en dieptes schiep. De God die wateren met een holle hand omvat, de hemel gemeten heeft met een ellenmaat. Hij heeft de bergen gewogen op een weegschaal en het stof van de aarde met een maatlepel afgepast, lees je in Jesaja 40. Hij staat overal op, boven, onder en naast. Hij kijkt anders naar situaties dan wijzelf; Hij kan dieper zien dan wij. Pas als er ruimte is, ontstaan er mogelijkheden om anders te gaan kijken. Kijken als een vogel vanaf grote hoogte is bijvoorbeeld anders dan kijken vanaf de grond.
God weet wat ons gelukkig maakt en daarom vraagt David in vers 7 ook om het licht van zijn gelaat. Het is dit licht van Gods aangezicht dat ruimte geeft en dat helpt om stappen de toekomst in te zetten. Welke situatie perkt jou momenteel in? Hoe zou je met God je focus kunnen verleggen?
Schenk mij uw ruimte, schenk mij uw licht,
schenk mij de focus op uw aangezicht.
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)