Lezen: Psalm 27
Ik vraag aan de HEER één ding. (Psalm 27:4a)
Eén ding willen: hoe moeilijk is dat! We leven in een land vol keuzevrijheid. Zelfs als klein kind kun je er niet aan ontkomen. En wat moet je kiezen als er meerdere mogelijkheden zijn? Het inspireerde Elly en Rikkert tot een liedje dat we graag met onze kinderen zingen: ‘Kies één ding, kies één ding, niet alles tegelijk. Kies één ding, kies één ding, dat maakt je leven rijk.’
Søren Kierkegaard schreef ooit een gelegenheidstoespraak rondom dit thema met als titel Onverdeeld één ding te willen. Zuiverheid van hart is één ding willen, stelt Kierkegaard. Wij mensen zijn vaak innerlijk verdeeld. Er zijn te veel keuzes, te veel stemmen waar we naar luisteren. Wil het voor een mens mogelijk zijn één ding te willen, dan moet hij het goede willen en van alle verdeeldheid afzien. Hij moet alles voor dat goede willen doen en ook bereid zijn ervoor te lijden. Dat is het voorbeeld dat Jezus ons gaf. Als je in het huis van God wilt wonen, kun je niet tegelijkertijd een kamertje hebben in een ander huis.
De wereld leert ons dat keuzevrijheid het hoogste goed is; dat betekent dat we zoveel mogelijk keuzes verwerkelijken. De Bijbel leert ons een ander soort vrijheid. Dat is kiezen voor de dingen die je vrijheid bieden in plaats van dingen die jou tot slaaf maken. Onverdeeld kiezen en tevreden zijn.
Als jij één ding zou mogen noemen wat je in je leven wilt, wat zou dat dan zijn?
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)