Lezen: Psalm 106:1-23
Hij gaf hun wat zij verlangden, zo veel dat ze erin stikten. (Psalm 106:15)
Dit gedeelte verwijst naar de geschiedenis in Numeri 11. Daar waren de Israëlieten onverzadigbaar (11:4). God geeft waar ze naar smachten. Wil je te veel, dan krijg je te veel en zul je het weten ook! Je zult eten totdat je er misselijk van wordt.
Dit is niet alleen hun verhaal, maar het verhaal van ons allemaal. Van nature wil een mens meer, meer, meer. Daar zit een angst achter: als ik niet genoeg heb, zal ik vergaan. Maar God laat elke keer zien dat Hij de God van genoeg is. Wij willen voorraden aanleggen, terwijl Hij zijn schatkamers vol heeft liggen; alles is van Hem. Hij kan je alles geven wat je verlangt, maar zoals hier blijkt kun je stikken in te veel van het goede. Stef Bos zong er ooit over:
Er zijn teveel wegen die nergens naartoe gaan
er zijn teveel mensen met teveel aan hun kop
teveel beweging voor dat wat moet stilstaan
teveel om te kiezen en het houdt maar niet op.
En ik wil steeds meer steeds minder
ik wil steeds minder minder meer.
Wij willen meer verdienen, meer vrienden, meer geluk, meer spullen, meer lekker eten – alles om ons onverzadigbare hart te vullen. Bidden we ook wel eens om tevredenheid met minder? Van welk meer in jouw leven wil jij minder?
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)