Lezen: Prediker 4:4-6
Maar beter is één hand gevuld met rust dan beide vuisten vol gezwoeg en najagen van wind. (Prediker 4:6)
Een kleine oefening na lezing van deze tekst. Kijk eens naar je handen en bal je vuisten: wat kun je allemaal doen met een vuist? Kijk eens naar je handen en leg ze open: wat kun je allemaal doen met een open hand?
Als wij zwoegen, hebben we onze handen vaak samengeknepen. We willen iets grijpen en bereiken. Dan heb je tenminste het gevoel dat je iets doet, of dat je ertoe doet. De zinloosheid, waar Prediker het in zijn boek vaak over heeft, wordt opgevuld met bezigheden. Wie zijn handen openlegt in rust, is kwetsbaar. Wie zegt dat je iets zult krijgen als je rust neemt? Moet je daar niet gewoon heel hard voor werken? In dit vers is er één hand gevuld met rust. Het bijzondere: Prediker die grootse dingen heeft ondernomen en veel bezit heeft vergaard (2:9-11) neemt hier genoegen mee. Een enkele hand rust verkiest hij boven twee handen vol zwoegen!
De kracht van dit vers vind je in de ervaring: wie eenmaal vol verwondering naar die ene hand met rust heeft gekeken en ervan heeft geproefd, beseft de waarde ervan – net zoals Prediker.
Rust of zwoegen: wat zie jij als je naar je handen kijkt?
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)