Lezen: Jesaja 40
Wie hoopt op de HEER krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput. (Jesaja 40:31)
Dit is nogal een belofte! En soms lijkt deze boodschap in conflict te zijn met je eigen werkelijkheid waarin je wel moe en uitgeput bent. Waar is het misgelopen? Dit vers lijkt in die zin wel een spiegel om in te kijken. Als je jezelf uitgeput ziet in die spiegel, is dat dan omdat je niet genoeg hoopt en vertrouwt op God? Dacht je in wat je deed misschien zelf als God te zijn?
Met het beantwoorden van deze vragen blijf je al gauw weer in je eigen kringetje ronddraaien, gefocust op wat je wel of niet goed deed. Dat terwijl heel Jesaja 40 een andere focus heeft. Het gaat hier over een machtige God die alle wateren met zijn holle hand omvat. De God die de bergen gewogen heeft en de hemel gemeten heeft met een ellenmaat.
Wanneer jij je richt op deze machtige God die zelf nooit uitgeput raakt, kun je niet anders dan op deze God hopen! Wie zich richt op deze wonderbaarlijke schepper kijkt ook niet meer op van deze belofte die aan het eind van het hoofdstuk gedaan wordt. Eerst je blik naar boven richten en daarna sla je je vleugels vanzelf uit. Want je wilt dichter bij deze majestueuze God zijn. Hij is degene die je laat vliegen.
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)