Lezen: Johannes 20:10-18
‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. (Johannes 20:17)
Bij dit verhaal is het interessant te bedenken wat jij zou hebben gedaan. Zou je een van de leerlingen zijn geweest die terugging naar huis of herken je je in Maria die huilend bij het graf blijft staan?
Maria blijft en heeft een bijzondere ontmoeting, al heeft ze dat in eerste instantie niet in de gaten. Verblind door tranen ziet ze niet wie haar aanspreekt. Pas als ze zich omkeert (v 16) verandert haar verdriet in verbazing en vreugde. Ze grijpt Jezus vast, maar Jezus vraagt haar direct om Hem los te laten. In eerste instantie is deze opmerking van Jezus bevreemdend; zou het niet logisch zijn dat Hij ook haar omhelst na alles wat er is gebeurd? Heb je het licht – Jezus zelf – net gevonden en mag je Hem dan niet vasthouden?
Bedenk eens wat er gebeurt als je iemand vasthoudt. Die persoon kan zich niet meer bewegen en wordt letterlijk vastgepind door jouw omhelzing. Is dat niet wat we vaak doen: Jezus vasthouden binnen onze eigen denkkaders? Binnen dat denkkader kunnen we Hem begrijpen. Maar Jezus wil vrijgelaten worden zodat Hij zijn verrassende werk kan doen. Zijn doelen zijn hoger.
Wat zie je gebeuren als jij Hem loslaat en Hem zijn werk laat doen?
Ik heb U gevonden en laat U vrij, in vertrouwen loop ik achter U aan.
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)