Lezen: Galaten 4:1-11
Hoe is het dan toch mogelijk dat u die God hebt leren kennen, meer nog, door God gekend bent, u opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt…? (Galaten 4:9)
Hier stelt Paulus een confronterende vraag aan de gemeente van Galatië. Vragen die ons ook nu kunnen aanspreken. Hoe kan het dat wij, als we de liefde van God kennen, ons toch elke keer weer tot zwakke en armzalige machten wenden? Waarom denken we onze vervulling te halen uit onze eigen ‘afgoden’ als we weten dat er een reservoir van liefde voor ons klaarstaat?
We verlangen er allemaal naar om aanvaard te worden en geliefd te zijn. De kerkvader Augustinus zegt daarover: ‘Aanvaard worden is de droom van elk mens. God is de vervulling van deze droom.’ Als God de vervulling van deze droom is, waarom wenden we ons dan toch weer tot zwakke machten? Het is een keus die we elke dag moeten maken: ons richten op God.
In dit vers spreekt Paulus over kennen en gekend worden. Daar ligt ergens een sleutel. Als we God leren kennen, ontdekken we dat we door Hem gekend zijn. En dit is niet een eenmalige gebeurtenis, maar een dagelijks ontdekken. Elke dag opnieuw hebben we de Geest van zijn Zoon nodig, die ons laat roepen: ‘Abba, Vader!’ Als je merkt dat je slaaf bent van iets anders dan van God, roep het dan uit: ‘Abba, Vader!’ Geef Hem ruimte om jou te vullen met zijn overstelpende liefde.
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)
[indeed_popups id=8]