Lezen: Jozua 6:7-20
Laat uw stem niet horen (…) slaak geen enkele kreet… Jozua 6:10
Doe je ogen dicht en laat je meevoeren naar de stoet zwijgende Israëlieten. Er is alleen hoorngeschal te horen. In eerste instantie doet deze optocht lachwekkend aan, het lijkt wel een begrafenisstoet! Maar naarmate de dagen vorderen, daalt er een soort stilte in. Het hoorngeschal klinkt zonder ophouden, maar er komen geen menselijke stemmen aan te pas. Zonder gepraat en gekeuvel is er tijd om na te denken. Tijd om te gedenken.
Welke gevoelens zouden jou bespringen? Irritatie vanwege die ramshoorns? Twijfel? Onrust? Angst? En al die tijd mag je niet praten! Probeer dat maar eens vol te houden: zes dagen lang je mond houden terwijl je ondertussen een oorlog voert. Wat voor stiltes zullen dit geweest zijn? Onrustige stiltes, opstandige stiltes, angstige stiltes, berustende stiltes, ontvangende stiltes?
Maar hoe je je ook voelt, het gaat hier niet om de gevoelens van de mens. Het gaat hier om God die vanuit de stilte een groot wonder voltrekt. De overwinningstrompet klinkt al onafgebroken vanaf het begin. Zodra de Israëlieten juichen, storten de muren in. Een opvallend detail: ze juichen niet pas na het instorten van de muren, maar ervoor. Dat is juichen in het volste vertrouwen dat God de overwinning al heeft behaald.
In stilte hoor je de overwinning al en na de stilte komt het juichen
(Door Mirjam van der Vegt, Kracht voor elke Dag – bijbelsdagboek 2016, Uitgeverij Vuurbaak.
Meer over Mirjam: mirjamvandervegt.nl.)