Lezen: Matteüs 25:31-46
Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op.
Matteüs 25:35
Wie ontmoet je aan tafel? Mensen die je in ieder geval van naam kent. En in hen ontmoet je Jezus zelf. Dat zegt de heiland tenminste. Hij wil ons daarmee wakker schudden. Hij had net het verhaal verteld van de vijf verstandige en de vijf dwaze meisjes. En nu vertelt Hij dat je gedrag verschil zal maken. Omdat Hij dat meeneemt bij de definitieve scheiding. De scheiding tussen mensen die naar het eeuwige leven gaan, of die de eeuwige straf ontvangen
Gaat het dan om gastvrijheid in het algemeen? Die is zeker belangrijk. Gods gemeente kan daar wegen voor zoeken, bijvoorbeeld door mee te werken aan een voedselbank. Ook de vreemdeling kan dan aanschuiven. Jezus wijst de mensen aan die Hij bedoelt. Hij heeft het over ‘deze onaanzienlijken’. Ze staan naast Hem. Dat zijn de apostelen, meestal mannen uit het gewone volk. In hen ontmoet je Jezus. Help de verkondigers van het evangelie.
Waar ligt dan voor ons de valkuil? Het evangelie is geen succesverhaal en het wordt meestal ook niet gebracht door wie succesvol is. Het heeft de schijn tegen. Soms lopen we met open ogen in deze valkuil. Maar wie doorheeft dat God juist de onaanzienlijke gebruikt om wat rijk is te beschamen, vindt de kern van het evangeliën wordt zelf net zo ruimhartig als zijn heiland.