Lezen: Jesaja 54:1-5
Vergroot de plaats voor je tent, span het tentdoek wijder uit, zonder enige terughoudendheid. Verleng de touwen, zet de tentpinnen vast.
Jesaja 54:2
Seizoensplaatsen
Een tent is voor ons een kleine ruimte. Precies genoeg voor het aantal mensen dat meegaat. Het is behelpen. Dat geldt ook voor plaatsen op de camping. De scheerlijnen staan soms door elkaar. Gods advies is echter anders: span ze maar wijd uit. Neem een ruime plaats in. Want Hij gaat zijn volk zegenen. Hij maakt concreet dat Hij de God van het heil is. Je plek voor enkele weken wordt een seizoensplaats. Het is een prachtig gedeelte over God die terugkeert naar zijn volk. Hij komt zelf om het genezing te brengen. Hij houdt zich aan zijn verbond, een verbond van vrede. Je mag daarom ruimte claimen in de verwachting van zijn gaven. God nodigt uit om groots te denken over de verhoring van je gebeden. Hij geeft meer dan je durft te vragen. Hij geeft zichzelf.
Toch is het opvallend dat het blijft gaan om het wonen in een tent. Daar zit een prikkel in: hoe goed het hier beneden ook kan zijn, blijf beseffen dat je niet meer hebt dan een seizoensplaats. Het is niet Gods bedoeling om daarmee onze verwachtingen te temperen. Integendeel: Hij leert om nog grootsere dingen van Hem te verwachten. Als het tijd wordt om op te breken, zit het er niet op, maar begint het pas.
Q52