Lezen: Psalm 93
Maar boven het geraas van de wijde wateren, van de machtige baren der zee, is hoog in de hemel de machtige HEER.
Psalm 93:4
Op een warme zomerdag is de zee vriendelijk; mensen zoeken en vinden koelte langs de kustlijn. Op een stormdag is de zee angstaanjagend. Wie kan hem beteugelen? In Neder- land hebben we het idee dat te kunnen. Maar altijd blijft hij indrukwekkend. Een eindeloos schouwspel van golven die aankomen en breken op de kust. Wie aan zee staat, voelt zich steeds kleiner worden. Mensen zijn een nietig stipje in de eindeloosheid van het water. In bijbelse tijden hoorden de mensen vooral de dreiging in het geraas van de golven. De dichter van Psalm 93 ziet de waterstromen in opstand komen tegen God. Ze proberen zijn troon te ondermijnen. Als het water er aankomt, kun je als mens maar beter ma- ken dat je wegkomt. Anders word je weggespoeld. Maar op Gods heiligheid breekt alle verzet kapot. Hij is de golven de baas.
Is dit een vrijblijvende aandacht voor de natuur om ons heen? Iets dat op je afkomt bij een reis naar de kust, maar verder geen gevolgen heeft? Een moment van verwondering bij het kijken naar een natuurfilm? De dichter brengt het in deze psalm direct in verband met Gods uitspraken. Wie Gods majesteit ontdekt in de schepping, neemt daar in ieder geval van mee dat Gods uitspraken betrouwbaar zijn. Die veranderen je leven.