Lezen: Openbaring 22:1-5
In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing.
Openbaring 22:2
In de boeken van de plantkundigen komt hij niet voor; je kunt er geen foto van maken tijdens je reizen. Toch bestaat de levensboom echt. In het paradijs stond er één. In het vernieuwde paradijs staan er veel meer. Er is leven genoeg voor iedereen. God is een royale God. Zijn liefde raakt niet op.
Is dit alleen maar een mooie droom die mensen hoop kan geven tijdens hun bestaan op deze gekwetste aarde? Straks is alles beter, nog even volhouden? Of heb je er hier en nu ook wat aan.
Natuurlijk, straks is alles beter. We hebben geen idee zelfs hoeveel beter. Dat houden we graag vast. Dat is onze hoop. Maar je kunt nu al van de boom van het leven plukken. De bladeren brengen zelfs genezing voor de volken. Gods liefde maakt ook vandaag heel.
Daarvoor is nodig dat je drinkt uit de rivier van levend water, waar ook de bomen van het leven uit drinken. Een rivier die rechtstreeks vanuit Gods troon naar ons toe komt stromen. Dan zoek je je leven buiten jezelf in Christus. Wie bereid is zijn leven daar te verliezen, zal het vinden. Maar wie krampachtig vasthoudt aan zijn oude bestaan, zal het juist verliezen.