Recensie (WegWijs november/december 2008, jaargang 62, nr. 6)
Dit boek past goed in een themanummer over tucht. Niet omdat bij tucht alleen het zevende gebod in beeld zou komen, maar omdat Ouweneel vanuit de Bijbel zich bezint op onderwerpen als seks voor het huwelijk, huwelijken tussen gelovigen en ongelovigen, echtscheiding en hertrouwen, homofilie en seksualiteit, en seksueel misbruik. Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan gemeente en gemeentetucht. Ouweneel signaleert aan de ene kant laksheid, aan de andere kant een wettische houding van gemeenten. Hij behandelt belangrijke vragen, zoals ‘hoe verhouden zielzorg en gemeentetucht zich tot elkaar?’ Hij is er bang voor dat de zielzorg de gemeentetucht gaat vervangen, ook al zegt hij: ‘Liever communicatie dan excommunicatie.’ Af en toe komen we forse uitspraken tegen, bijvoorbeeld ‘Een gelovige die met een ongelovige trouwt, gaat volgens de Bijbel een onwettig huwelijk aan en heeft daarna ook onwettige seks.’
Bij het afhouden van het avondmaal heeft Ouweneel zijn bedenkingen. Hij behandelt verschillende vormen van lichtere tuchtmaatregelen, zoals de omgang op een laag pitje zetten en het openlijk aan de kaak stellen van de overtreder. De schrijver geeft hierbij ook aan hoe men in het Oude Testament met tucht omging. Op berouw en tucht gaat hij ook in. Hij brengt ons het bijbels principe onder de aandacht ‘Wie zijn zonden oprecht belijdt, kan altijd weer worden opgenomen in de gemeenschap, ook al zijn de droevige gevolgen van de zonden niet meer ongedaan te maken.’
In deze korte recensie kan ik niet op alle hoofdstukken ingaan. Wat mij opvalt is dat de schrijver, ook waar blijkt dat hij een andere kerkelijke achtergrond heeft dan wij, zorgvuldig, pastoraal en bijbels met tucht wil omgaan.
Martine Kwey-Haasdijk