Recensie (WegWijs november/december 2009, jaargang 63, nr. 6)
Een rechttoe rechtaan boekje. Geen vloed van woorden. Wel eerlijke antwoorden op vragen over ziek zijn en beter worden. De titel spreekt alleen al boekdelen. Van bidden word je altijd beter. Ook al blijf je ziek. Daarop legt het boekje ruime troostvolle nadruk. Maar gaat daarbij er niet aan voorbij dat ziek zijn gevolg en straf op zonde is. En macht van de duivel. Toch gaat ziekte niet buiten God om. ‘Ook in ziekte zijn wij geborgen bij God die met ons een goede weg gaat.’
Hoewel het boekje ruimte laat voor wonderlijke genezingen en genezingsgaven van de Geest, laat het ook duidelijk zien dat God niet altijd en iedereen in dit leven geneest. ‘Want Christus is nog niet teruggekomen’. Genezingen, op welke wijze ook, ‘zijn tekenen van het komende Godsrijk’. De auteur sluit niet uit dat iemand geen genezing ontvangt vanwege onbeleden zonden, maar haakt af wanneer dat een benauwend systeem wordt, evenals de koppeling van geen genezing aan een tekort aan geloof.
Geneeskunde is een gave van God. Daarom: ‘Bid tot de Heer, geef plaats aan de arts.’ Bidden om genezing is Gods helende nabijheid zoeken. En vinden. Naar lichaam en ziel. Vol verwachting en vertrouwen. En als je het zegenen van zieken en ziekenzalving zo ziet en ervaart, is daar naar de mening van de auteur niets mis mee. ‘Door te bidden kom je in de helende aanwezigheid van God.’ Mag je weten: God is mij nabij. Van bidden word je altijd beter.
Henk Bouwmeester