Virtuoos leven
Virtuoos leven
zeven deugden om goed te leven in een doorgedraaide wereld
Hoe blijf je staande in een doorgedraaide wereld?
Recensie (WegWijs maart/april 2025, jaargang 79, nr. 2)
Ariaan Baan (1978) helpt ons met een fris en helder betoog waarin hij teruggrijpt op eeuwenoude deugden, die hun waarde al overtuigend hebben bewezen. Een heilzaam boek voor een humanere samenleving. Een deugdzaam boek voor wie op zoek is naar waarachtige wijsheid voor het leven van alledag. Een boek dat om meerdere redenen een groot publiek verdient.
Baan studeerde theologie, promoveerde op een studie naar de Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas, schreef enkele boeken over deze theoloog en was predikant in twee Groningse dorpen. Vanwege een progressieve hersenziekte – de ziekte van Huntington – moest hij vervroegd met emeritaat gaan. Voor hem is dit boek dan ook een 'theologisch testament'. Je voelt die existentiële laag door heel het boek heen, waardoor het boek dubbele diepgang krijgt. Baan typeert het zelf als volgt in het voorwoord: 'Het idee voor dit boek is ontstaan in het loodzware eerste jaar nadat ik wist dat ik ziek was. Ik bedacht toen dat ik nog een boek wilde schrijven: geen boek over mijn ziekte, maar wel een boek waarin ik theologische inzichten die ik in mijn leven heb opgedaan, kwijt kon.' Dat is meer dan gelukt. Aan de hand van zeven deugden neemt hij ons mee op reis door de Bijbel, de ideeëngeschiedenis van filosofie en theologie en zijn eigen leven.
In het boek staan dus zeven deugden centraal. 'Geen zeven vinkjes, maar zeven deugden. In dit boek gaat het juist over kwaliteiten die God aan ieder mens wil geven en die iedereen met hulp van de Geest tot bloei kan brengen.' Baan neemt zijn uitgangspunt in de deugden geloof, hoop en liefde en vult dat aan met verstandigheid, rechtvaardigheid, matigheid en dapperheid. In elk hoofdstuk gaat hij als het ware het gesprek aan met filosofen en theologen uit het verleden, om uiteindelijk zijn eigen kleur te geven aan de invulling van de deugden. Soms klinkt daarin zijn eigen persoonlijke situatie door, maar dat staat eigenlijk nergens op de voorgrond. Uit alles blijkt dat in dit boek een theoloog aan het woord is die weet waar hij over spreekt. Hij heeft zich zijn hele theologische leven verdiept in deugdethiek, niet alleen op de academie tijdens zijn studie en latere promotiestudie, maar ook in de praktijk van het gemeentelijk leven en daarnaast zijn persoonlijke leven. Geleefde theologie is het met ruimte voor creatieve vondsten.
In het hoofdstuk over de matigheid betoogt hij bijvoorbeeld dat deze deugd meer dan ooit nodig is in een doordraaiende wereld. Hij koppelt dit vervolgens aan de Tien Geboden, want elk van deze tien geboden is volgens hem een interventie, bedoeld om een aspect van mateloosheid een halt toe te roepen. Maar, zo zegt hij, elk gebod heeft ook een positieve kant: het beschrijft een element van het goede leven dat God ons schenken wil. Misschien is dit ook wel een treffende beschrijving van het boek van Baan zelf. Aan de ene kant laat hij zien hoe deugden ons beschermen tegen de gevaren van onze zondige grenzeloosheid, aan de andere kant moedigt hij ons aan de hand van deze deugden aan om het goede leven te leven in Gods Koninkrijk.
Maarten Boersema