Wat zeggen de visioenen?

Omschrijving
De visioenen in Openbaring besproken in het licht van de hele Bijbel.

Recensie (WegWijs januari/februari 2007, jaargang 61, nr. 1)

Hoe kan het dat chiliasten in Openbaring 20 lezen dat Christus nog twee keer zal terugkomen en orthodoxe christenen op grond van datzelfde hoofdstuk zeker weten dat Christus maar eenmaal zal terugkomen? Met die vraag heeft Truus Kuijper-Maan geworsteld. Tot zij tot het inzicht kwam dat een gesproken woord heel iets anders is dan een zichtbaar beeld. Een woord heeft een stellige waarde en zegt dat iets is. Een beeld heeft gevoelswaarde en zegt hoe iets is. Een beeld mag daarom nooit op een letterlijke manier uitgelegd worden alsof het dezelfde stelligheid heeft als een woord (p. 14). Het beeld volgt het woord en is volledig in overeenstemming met het gesproken woord (p. 15). In het boek Openbaring komen we heel wat beelden tegen. Daarin laat God zien wat elders in de Bijbel door middel van woorden wordt verteld (p. 18). Het beeld van Openbaring 20 komt bijvoorbeeld voort uit de woorden van Ezechiël en Joël (p. 75).
Hoewel de uitleg van Openbaring 0 min of meer de aanleiding van het boek was, beperkt het zich niet tot dat ene hoofdstuk. Alle visioenen van Openbaring 4–22 krijgen ruime aandacht door het Woord te laten spreken. Op die manier trekt de schrijfster lijnen vanuit het Oude naar het Nieuwe Testament. Naar de dingen die Johannes mocht zien. In de visoenen zelf zijn trouwens ook lijnen te herkennen. De schrijfster heeft ze benoemd en in een schema gezet waarin zij laat zien hoe die lijnen van wie naar wat lopen en vervolgens naar waarom, waardoor en waartoe. Om de samenhang van de hoofdstukken van het boek vast te houden is het handig dit schema (p. 24) voortdurend even te raadplegen. Deze hint maakt ook duidelijk dat het niet zo gemakkelijk is een enkel hoofdstuk te lezen zonder kennis van de voorgaande hoofdstukken.
Afbeeldingen zult u in het boek missen. Woorden gaan immers een niveau dieper dan beelden (p. 79). Na het lezen van het boek heb ik de schetsen van ds. E.J. Hempenius (uitgaven van de Bijbelstudiebond) ook nog eens gelezen. En ik kwam tot de conclusie dat de som van het boek en de schetsen meer is dan het boek en de schetsen.

Henk Bouwmeester