Recensie (WegWijs maart/april 2010, jaargang 64, nr. 2)
Voor mij ligt een boek getiteld Allemaal Gereformeerden. Dat is mooi, zou je zeggen. Allemaal gereformeerden, die horen dus bij elkaar. Het tegendeel is waar en dat toont ons de inhoud van het boek. Het is mooi dat gereformeerden dezelfde oorsprong en dezelfde belijdenisgeschriften hebben waarin hun geloof verwoord wordt. Ook hebben ze hetzelfde doel en toch… Ze trekken gescheiden op. Laat dat onze machteloosheid zien, of onze willoosheid?
De schrijver vraagt zich af of er naast Schrift en belijdenis nog een andere grondslag is, die de verschillende kerkverbanden legitimeert om gescheiden op te trekken.
Van het lezen van dit boek word je niet blij; het stemt tot treurigheid en pijn.
Elk van de ondervraagden verwoordt dat in meer of mindere mate. Ik blijf me dan afvragen: moet dat nu zo blijven? Kunnen we er met zijn allen niet iets aan doen om ons te verbinden aan elkaar? Hoe kan het dan dat we het belangrijkste, namelijk de verbondenheid met Christus, ondergeschikt lijken te maken aan allerlei redenen om niet gezamenlijk op te trekken?
Tot deze gedachten bracht mij het lezen van dit boek. Leest u het ook maar eens en ik hoop dat het u net zo onrustig maakt als het mij gemaakt heeft.
Riek-Beute-Mostert