Een maand geleden vierden we Goede Vrijdag en Pasen. En we zongen, vanwege corona misschien niet uit volle borst, maar toch:
Want nu de Heer is opgestaan
nu vangt het nieuwe leven aan
een leven door Zijn dood bereid
een leven in Zijn heerlijkheid.
Een nieuw leven dankzij lijden, sterven en opstanding van onze Zaligmaker Jezus Christus.
Wat een blij en goed feest was dat!
Inmiddels zijn we een paar weken verder. En hoe bevalt het nieuwe leven?
Ik kan natuurlijk alleen voor mij zelf spreken, maar ik ben bang dat ik al weer aan Pasen toe ben. Dat blije en goede is in korte tijd zo overstemd door allerlei slechte en nare dingen. In de maatschappij waarin wij leven, in de wereld om ons heen, maar evengoed in mijn eigen leven. De menselijke natuur is verziekt. Ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen (menselijke natuur) zijn aan de orde van de dag. En al heb ik mezelf aan veel van die dingen niet of niet zo erg schuldig gemaakt, meestal heb ik mijn hoofd niet boven het maaiveld uitgestoken maar veeleer heb ik het zand opgezocht. En eerlijk gezegd heb ik met dat andere dat op het programma stond: liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid en geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (nieuw leven) me vaak helemaal niet bezig gehouden.
Waren de verwachtingen dan te hoog gespannen? Toch niet. Ik ben mij bewust van het onvermogen om goed te doen, ik heb er last van en schaam mij er voor. En dan komt dat nieuwe leven om de hoek kijken. Want als, plechtig gezegd mijn gezindheid zo is, dan weet ik een paar dingen heel zeker:
Geest van hierboven, leer ons geloven
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede, deel U nu mede
aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen van grote dingen
als wij ontvangen al ons verlangen
met Christus opgestaan. Halleluja!
Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven
als wij herboren Hem toebehoren
die ons is voorgegaan. Halleluja!
Wat kan ons schaden, wat van U scheiden,
liefde die ons hebt liefgehad?
Niets is ten kwade, wat wij ook lijden,
Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege voor ons verkregen,
Gij zult op aarde de macht aanvaarden
en onze Koning zijn. Halleluja!
Gij, onze Here, doet triomferen
die naar U heten en in U weten
dat wij Gods zonen zijn. Halleluja!
Liedboek 675.
Gezegende feestdagen toegewenst.
Riet Steenbergen.