Recensie (WegWijs mei/juni 2007, jaargang 61, nr. 3)
Niet een boekje om in een paar avonden ‘even’ te lezen. Wel (en bij uitstek zelfs) om meer dan eens ter hand te nemen. Alleen of gezamenlijk, door jong en oud. Om nog eens herinnerd te worden aan drie prachtige elementen van het gereformeerd belijden, en opnieuw de rijkdom daarvan te ondergaan: het Credo, de Tien Geboden en het Onze Vader. Kortom, om christen te blijven door geloof, gebod en gebed.
Precies zoals de titel het zegt en je als gereformeerde leer terugvindt in de zondagen 8-22 en 34-52 van de Heidelberger. Echt een boekje dus om cadeau te geven aan iemand die zijn of haar geloof heeft beleden of gaat belijden. Of daaraan nog eens op een begrijpbare manier herinnerd wil worden. Wie ds. Velema kent van het EO-radioprogramma ‘Vragen naar de weg’, weet hoe vlot zijn uitleggende woorden zich tot zinnen en zinvolle uitleg rijgen. En hoe blijdschap en dankbare verwondering over Gods grootheid, liefde en genade daarin doorklinken. In het boekje vind je dat heel mooi samengebracht in de woorden ‘Gods wonderheerlijke evangelie’ (p. 52).
In heel de uitleg van het Credo, de Tien Geboden en het Onze Vader klinkt dat evangelie door. Helder en vlot geschreven in dankbare geloofstaal. Soms bekruipt je haast een vleugje jaloezie op zijn manier van schrijven. En vooral op zijn oog voor de grote lijnen van Gods genade en liefde, waarbij tegelijkertijd details niet uit het oog verloren worden. Maar misschien heb je juist oog voor detail als je de grootheid en liefde van God altijd voor ogen hebt. Neem, als voorbeeld, het woordje ‘en’ van de tweede regel van het Credo. Ds. Velema vraagt de lezer daar niet overheen te lezen. Want God is niet alleen onze schepper, Hij is ook onze verlosser.
Henk Bouwmeester