Gods wijsheid in de wetten van Mozes
Stolpersteine in Hattem
(WegWijs juli / augustus 2014, jaargang 68, nr 4)
Op Goede Vrijdag 2011 werden op verschillende plaatsen in het stadje Hattem Stolpersteine (Duits voor ‘struikelstenen’) aangebracht voor de huizen waar eens een Joodse familie heeft gewoond, maar die in de oorlog is omgekomen. Stolpersteine zijn een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig; het zijn gedenkstenen met daarop de namen van de betreffende families.
Waarom gebruikt hij deze ‘struikelstenen’? Omdat je erover struikelt ‘met je hoofd en je hart’. En wanneer je erover struikelt, buig je je hoofd. Het heeft me ertoe gebracht dit Leerhuis over de Joden te schrijven.
De Joden werden verantwoordelijk gehouden voor de moord op onze Heer. Als gevolg van die moord op Goede Vrijdag zou deze bevolkingsgroep ook andere mensen indirect ombrengen – zoals in de veertiende eeuw.
De zwarte dood in Europa
In 1346 en 1347 heerste er in Europa een grote hongersnood ten gevolge van het mislukken van de oogsten. Toen bovendien de pest uitbrak in Europa, zochten de mensen naar een zondebok. Wie was er verantwoordelijk voor deze ellende?
In de eerste plaats werd gekeken in de richting van verminkten en melaatsen. U kunt zich hun lot wel voorstellen. Het was vreselijk.
Al gauw ging de aandacht van de massa uit naar de Joden. Waarom?
Omdat er onder Joden nauwelijks slachtoffers van de ‘zwarte dood’ waren. Daaruit werd de conclusie getrokken, dat zij dus ook wel eens de veroorzakers van de pest zouden kunnen zijn.
De gevolgen waren verschrikkelijk. Complete Joodse gemeenschappen werden uitgemoord. In de steden Basel, Frankfurt, Straatsburg en Keulen werden honderden Joden publiek verbrand. De rest werd uit de steden verbannen.
In 1349 gebeurde dat ook in de steden Arnhem, Deventer en Zutphen.
De overlevenden trokken veelal naar Polen.
Nu was dit overigens niet de eerste keer dat er op grote schaal Joden werden vermoord. Dat gebeurde ook al tijdens de kruistochten van 1309.
Maar hoe was het toch mogelijk dat de Joden vrijwel immuun bleven voor de pest?
Pas later is dit duidelijk geworden.
Zonder dat de Joden het zelf beseften, werden zij door het onderhouden van de mozaïsche wetten beschermd tegen besmetting. Het waren de regelmatige en ook dagelijkse reinigingen met water, die hen bewaarden tegen de besmetting met de pest.
Zie hiervoor onder meer het boek Moderne wetenschap in de Bijbelvan drs. Ben Hobrink.Dit boek bevat heel veel interessante gegevens. Ik beperk mij nu tot een paar gegevens, die de schrijver in dit boek bij elkaar heeft gebracht over de wijsheid van God in de mozaïsche wetten voor het volk Israël. |
Hygiëne
Het verbaasde mij in dit boek te lezen dat tot het eind van de 19e eeuw de hygiënische omstandigheden in de Europese ziekenhuizen net zo slecht waren als daarbuiten.
Artsen liepen van de ene patiënt naar de andere zonder ooit hun handen te wassen. Als een patiënt moest worden geopereerd, kwam hij op eigen kracht de operatiekamer binnen, deed zijn kleren uit en ging op de operatietafel liggen. De patiënt werd vastgebonden of door enkele herstellende zieken vastgehouden. In het gunstigste geval werd de patiënt dronken gevoerd of bewusteloos geslagen.
Het is de Hongaarse dokter Ignaz Semmelweis (1818-1865) die deze wantoestanden aan de orde stelde. Hij kreeg in 1844 de leiding over een van de kraamkamers in het ‘Algemeine Krankenhaus’ in Wenen.
Hij zag dat vooral díe vrouwen ziek werden en stierven die door de artsen en hun studenten werden onderzocht. Na drie jaar vaardigde hij de regel uit dat de artsen en studenten na een lijkschouwing eerst hun handen in een schaal met water moesten wassen, voordat ze de patiënten op de zaal mochten bezoeken. Ook na elke behandeling moesten de betrokkenen hun handen wassen.
Ironisch genoeg stierf dr. Semmelweis op 47-jarige leeftijd aan een infectie.
Reinheid in de Mozaïsche wetten
Tegen de achtergronden van deze bijzondere geschiedenis beginnen de Mozaïsche voorschriften opeens meer te leven.
In Nummer 19:11 en 19 staat: ‘Wie het lijk van een mens aanraakt is zeven dagen onrein (….) moet deze zijn kleren en zijn lichaam met water wassen. ’s Avonds is hij dan weer rein. |
Hier worden twee buitengewoon effectieve maatregelen genoemd voor de bescherming van een patiënt die door een arts zou worden onderzocht:
Bij dit alles moeten we bedenken dat in een primitieve maatschappij het aanraken van een lijk veel gevaarlijker was dan tegenwoordig.
In de oudheid stierven de meeste mensen niet van ouderdom, maar door de een of andere besmettelijke ziekte. Daarbij zaten de meeste patiënten onder de vlooien en de luizen, die hun besmette bloed hadden opgezogen.
Het is bekend dat vlooien en luizen zo snel mogelijk een overledene willen verlaten en overlopen of –springen naar een ander, warm lichaam, bijvoorbeeld van de behandelende arts.
Het gevaar van bloed
In Leviticus 15 staan de voorschriften opgetekend voor de menstruerende vrouw. Haar onreinheid duurt zeven dagen. Wie haar in die periode aanraakt, is zelf ook onrein.
Bij het lezen van deze voorschriften heb ik altijd het gevoel gehad dat de vrouw hier als een vies schepsel wordt weggezet. Toch is dat niet het geval.
Om beter inzicht te krijgen, staan we eerst stil bij het verbod om vlees met bloed te eten (Lev. 17:11-13).
Het bloed moet uit het vlees lekken en dat bloed moet met aarde worden bedekt.
Waarom geen bloedworst?
Onder niet-hygiënische omstandigheden kan bloed van dieren echt vergeven zijn van ziektekiemen, vooral allerlei soorten larfjes. Voor een deel gaan die larfjes wel dood door het maagzuur, maar niet allemaal.
Bloed is niet alleen het leven voor een mens, maar ook bron van infectie wanneer het buiten het lichaam komt. Dat is de reden waarom een menstruerende vrouw als onrein wordt behandeld.
Voedselvoorschriften Ben Hobrink geeft in zijn boek ook een mooi overzicht van de reine en de onreine dieren. En hij laat heel duidelijk zien waarom het ene dier wél en het andere dier níet onrein is. Daarop kom ik straks nog terug. Nu eerst aandacht voor het verbod om dierlijk vet te eten. In de oudheid waren de mensen ervan overtuigd, dat het vet van dieren gezond is. Het was ook een teken van overvloed. Daarom valt het extra op dat God het volk Israël het eten van dierlijk vet heeft verboden: ‘Vet van een rund, een schaap of een geit mogen jullie niet eten’ (Lev. 7:23). De Israëlieten mochten wel ‘vet vlees’ eten, vlees met vet tussen de spieren, maar niet het losse vet onder de huid of rond de organen. In de 20e eeuw hebben wij westerlingen inmiddels ook ontdekt dat dierlijk vet niet goed is. We weten nu uit ondervinding wat God zijn volk al had geleerd. Het onderhuidse vet van landdieren is het meest ongezonde voedsel dat er bestaat. Het vet van vissen is juist goed. En dat mochten de Israëlieten wel eten. In landen waar veel vis worden gegeten, komt de ziekte MS niet voor. Eskimo’s sterven slechts zelden aan hart– en vaatziekten. |
Op de achtste dag
Om de wijsheid van God in de mozaïsche wetten duidelijk te laten zien, wil ik ook aandacht geven aan het voorschriften om jongetjes te besnijden.
Wij weten dat de besnijdenis niet alleen door de Joden wordt toegepast. Ook de moslims kennen de besnijdenis als een religieuze verplichting. Overigens laten ook veel niet-Joodse en niet-islamitische mannen zich besnijden.
In de VS ligt het percentage rond de 60%. Het heeft niets te maken met godsdienstige overtuiging, maar wordt gedaan om hygiënische redenen.
Geleerden hebben ontdekt dat besneden jongens veel minder kans hebben op peniskanker of aandoeningen aan de urinewegen, en dat vrouwen van besneden mannen minder kans hebben op baarmoederhalskanker.
Nog even over de leeftijd waarop de besnijdenis wordt uitgevoerd. In de wet van Mozes is voorgeschreven dat de besnijdenis op de achtste dag moet plaatsvinden (Gen. 17:12 en Lev. 12:3). Deze regel om de besnijdenis op de achtste dag te laten plaatsvinden was zeer strikt. Zelfs wanneer deze dag viel op een sabbat, op een heilige feestdag of op een Grote Verzoendag, dan nog moest een jongetje worden besneden.
Waarom dag acht?
Hobrink wijst op wetenschappelijk onderzoek dat heeft aangetoond, dat besnijdenis vóór de achtste dag heel gevaarlijk kan zijn. Dat komt doordat de belangrijke bloedstollingselementen protrombine en vitamine K niet voldoende aanwezig zijn. De hoeveelheid protombine die de baby de eerste dagen heeft, is overgebleven van de moeder en is op de derde dag nog slechts 30% van normaal. En vitamine K is bijna helemaal afwezig. Het lichaam van de baby krijgt geen vitamine K van de moeder en heeft het ook nog niet zelf kunnen aanmaken. Dat komt pas in de loop van een paar dagen in het lichaam door de bacteriewerking. En wanneer er voldoende vitamine K wordt aangemaakt, begint ook de aanmaak van nieuwe protrombine.
Wat blijkt nu?Vanaf de derde dag vliegt de hoeveelheid bruikbare protrombine omhoog en bereikt het op de achtste dag een bovennormaal niveau van 110%. Op de achtste dag heeft een baby dus meer bruikbare protrombine dan op enige andere dag in zijn leven!
Dat wil dus zeggen dat op de achtste dag een bloeding sneller stopt dan op enig ander moment in zijn bestaan. De achtste dag is dus demeest perfecte dag voor de besnijdenis.
Opnieuw een blijk van Gods wijsheid in de wetten van Mozes.
En daarmee kom ik toe aan een volgend voorbeeld.
Waarom geen varkensvlees?
In de wetten van Mozes wordt duidelijk voorgeschreven dat het Joodse volk alleen het vlees van herkauwers mag eten. Ook het vlees van een kameel mag niet worden gegeten, ook al is de kameel een herkauwer. Is er een speciale reden voor de HEER om deze scheiding te maken? Ja, de volksgezondheid.
In de tijd van Mozes had men geen technische hulpmiddelen om dieren te onderzoeken op gevaarlijke ziektekiemen. Dat onderzoek vond plaats met het blote oog. Er werd dus gekeken naar inwendige verwondingen, abcessen, ontstekingen enzovoort. Ook werd gelet op de verkleuring van het vlees, want dat wijst op de aanwezigheid van parasieten.
Maar: er zijn levensgevaarlijke parasieten die met het blote oog niet zijn te ontdekken. Daaronder de trichinen, wormpjes die te klein zijn om met het blote oog te zien.
Ze kunnen alleen worden gedood wanneer het vlees voldoende wordt verhit, iets wat in de woestijn met weinig brandhout niet altijd zo gemakkelijk was.
Wat blijkt nu: alleen het vlees van herkauwers (uitgezonderd de kameel) is vrij van trichinen.
Bij proefnemingen blijkt dat het vlees van koeien, schapen en geiten zelfs kunstmatig niet met trichinen is te besmetten. Herkauwers eten geen vlees, dus krijgen ze op die manier ook geen trichinen binnen. Mochten ze die wel binnenkrijgen, dan verdwijnen ze weer met de ontlasting! |
De haas
Ten slotte iets over de ‘herkauwende haas’. Staat er dan toch een fout in Leviticus 11: 6? ‘Hazen zijn herkauwers maar hebben geen gespleten hoeven en gelden daarom voor jullie als onrein.’
De haas behoort niet tot de groep van herkauwers. En toch herkauwt de haas wel degelijk. Hazen en konijnen hebben een eigenaardige gewoonte, die in 1882 voor het eerst werd beschreven in een Frans tijdschrift voor veeartsen.
Heel vroeg in de morgen scheiden ze – naast hun gewone droge keutels – zachte, vormloze bolletjes uit, die vier tot vijf maal zoveel vitaminen bevatten als hun gewone uitwerpselen. Deze bolletjes ontstaan in de blindedarm en zijn van levensbelang voor de haasachtigen, zeker in tijden van voedselgebrek.
Meteen nadat de bolletjes zijn uitgescheiden, worden ze opgegeten en voor de tweede keer verteerd in een speciaal gedeelte van de maag. Bij de tweede vertering komen de vitaminen en andere voedingsstoffen vrij die bij de eerste vertering onbereikbaar waren gebleven.
Grzimek (bioloog en dierenarts) schrijft:‘Deze dubbele spijsvertering doet in zekere zin denken aan het herkauwen van evenhoevigen’.
Joden als mensenmoordenaars? Integendeel: hun wetten zijn juist levensreddend!
(Met dank aan Ben Hobrink!)
Lucius W. de Graaff