Als mannen en vrouwen op God lijken
Recensie (WegWijs juli / augustus 2014, jaargang 68, nr. 4 )
Dansen in de kerk
Opnieuw een boek van een theologe over de verhouding man/vrouw in de Bijbel. In WegWijs 1 van 2012heb ik Als vrouwen het Woord doen van Myriam Klinker-De Klerck besproken. Met het oog op de positie van de vrouw in de kerk onderzocht zij de teksten daarover in de nieuwtestamentische brieven.
Almatine Leene begint aan de andere kant van de Bijbel. Was er in het begin een gezagsverhouding van de man over de vrouw? Dit is bij ethische vragen een sterk uitgangspunt: hoe heeft God het bij het begin bedoeld? Zie daarvoor maar Matteüs 19:4, waar de Heer Jezus dezelfde vraag stelt naar aanleiding van de vraag over echtscheiding: Hoe is het vanaf het begin geweest?
Leene begint bij het allereerste begin: man en vrouw zijn allebei ‘als evenbeeld’ van God geschapen. Volgens haar betekent dit dat man en vrouw ‘op God lijken’. In welk opzicht lijkt de mens op God? Dat is een vraag die in de geschiedenis heel verschillend is beantwoord. Van die discussie geeft de auteur erg weinig weer. Het ‘dat wil zeggen: in ware gerechtigheid en heiligheid’ van de Heidelbergse Catechismus noemt ze zelfs niet. Dat vind ik een lacune.
De auteur geeft een vrij brede bespreking van de drie-eenheid. Ik moet eerlijk bekennen dat ik die uiteenzetting nogal sceptisch ben begonnen te lezen. Zoiets wordt al gauw gefantaseer over dingen die ons niet geopenbaard zijn. Gelukkig is Leene niet in die val getrapt. Heel zorgvuldig en nuchter leest ze bij elkaar wat de Bijbel zelf zegt over de onderlinge omgang van de drie Personen met elkaar. Ze constateert dat Vader, Zoon en heilige Geest elkaar voortdurend de voorrang en de eer geven. In de oude theologie werd dat een goddelijke dans genoemd. Gezag van de een boven de ander is er niet; alleen onderlinge liefde en wederzijdse dienst. Hieruit trekt ze de conclusie dat man en vrouw op alle terreinen zo met elkaar om moeten gaan. Niet de een boven de ander, maar elkaar dienend, liefhebbend en hoogachtend.
Het boek eindigt met een bespreking van de bekende nieuwtestamentische teksten over de vrouw. Die bespreking valt naar mijn smaak wel wat beknopt uit. Dat is jammer, want juist rond dit gevoelige onderwerp moet ook de schijn vermeden worden dat men de Bijbel onzorgvuldig zou lezen. Let wel, de schijn. Van echte onzorgvuldigheid heb ik niets kunnen ontdekken. Integendeel, ik ben onder de indruk van het diepe respect voor Gods Woord dat zowel Almatine Leene als Myriam Klinker-De Klerck aan de dag leggen.
Martin van Veelen