Recensie (WegWijs mei / juni 2014, jaargang 68, nr. 3)
Het boek van de natuur
Een oude en bekende zegswijze is: God kennen uit de natuur. Het geeft verkort weer wat wij belijden in artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: ‘Wij kennen Hem door twee middelen. Ten eerste door de schepping, onderhouding en regering van de hele wereld. Want deze is voor onze ogen als een prachtig boek, waarin alle schepselen, groot en klein, de letters zijn, die ons te aanschouwen geven wat van God niet gezien kan worden, namelijk zijn eeuwige kracht en goddelijkheid.
Daarover gaat dit boek, met prachtig foto’s van wolkenluchten, poollandschappen én sluipwespen. Grote en kleine letters van Gods almacht. De dertien auteurs delen hun ervaringen met de schepping. Zij getuigen van hun geloof en ontzag voor de schepper.
Het is geen gemakkelijk boek in de zin van: alles is mooi en prachtig. De natuur wordt niet geromantiseerd. De struggle for life en de onmiskenbaar wrede kanten van de natuur krijgen ook de aandacht. Pieter Gorissen beschrijft het als volgt: ‘De natuur is woest en wreed, dat was zij al in den beginne. God creëert een ordelijke en bewoonbare wereld voor de mens door het kwaad aan banden te leggen.’ Dit boek leert ons met open ogen door Gods schepping te gaan. Verwonderd, met eerbied en ontzag voor de schepper.
Het boek is niet bedoeld voor bijbelstudie in kring- of verenigingsverband. Toch zou je prima een hoofdstuk kunnen nemen om eens over door te spreken met elkaar.
Katrien Janssens-Salomons